Yarin Eski is universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en doet onderzoek naar onder meer georganiseerde criminaliteit, maritieme veiligheid en ruimtecriminaliteit. Hij heeft mede naar aanleiding van de ontwikkelingen in politiek Den Haag het boek Republiek der fascisten geschreven. De ondertitel is: Een kleine Nederlandse dystopie.
In dit korte verhaal kijkt de protagonist vanuit 2031 terug op onze huidige tijd. Hij schreeuwt als het ware om zijn landgenoten te waarschuwen, want in 2031 is het te laat. Het land is inmiddels overgenomen door fascisten en hij betreurt dat hij zijn mond niet eerder heeft opengetrokken.
Het boek is overweldigend en wellicht ‘on-Nederlands’ overdreven, maar gezien de huidige ontwikkelingen in Amsterdam en politiek Den Haag toch een belangrijke waarschuwing. Dit interview voor de Kanttekening is een openhartig gesprek tussen twee hoogopgeleide Nederlanders met een migratieachtergrond, die tegenwoordig in rechtse kringen als een ‘integratieprobleem’ worden aangewezen.
Hoe lang heb je nagedacht voordat je dit boek schreef? Gebeurde het in een opwelling, of ging er een langdurig proces aan vooraf?
‘Om eraan te beginnen? Daar heb ik niet echt lang over nagedacht. Het overviel me op een bepaalde manier, maar ik heb dit verhaal al een leven lang ‘gevoeld’.’
Wat bedoel je?
‘Onlangs is onze kleine jongen geboren. Het is het mooiste wat je kan overkomen. Tijdens m’n verlof zat ik heerlijk in de babybubbel, maar het is niet zo dat je niks meer van de buitenwereld meekrijgt. Sterker nog, vanaf begin oktober tot en met nu heb ik mezelf behoorlijk lopen opwinden. Met het racistische ‘kabinet’ – het stelletje clowns dat nu regeert is de classificatie kabinet niet waardig – de Gaza-genocide, Poetins dodelijke doorbeuken, klimaatverandering en de aanval op het hoger onderwijs en de wetenschap, kon ik moeilijk nog naïef en vrolijk in de babybubbel zitten. Het voelde op sommige momenten zelfs hypocriet.’
Nieuw leven was dus een katalysator?
‘Bij een van die slapeloze nachten, toen m’n zoontje eindelijk sliep en ik klaarwakker was, hoorde ik mezelf tegen hem fluisteren: ‘In wat voor wereld heb ik jou toch geboren laten worden?’ Niet alleen voel ik schaamte voor die wereld, maar ook dat ik er samen met m’n partner voor gekozen heb dit pareltje te verwelkomen. Dat motiveerde mij een brief aan hem te schrijven. Trek ik mijn mond open ter bescherming van de democratische rechtsstaat of zwijg ik? Kortom, ik schreef dit boek in een opwelling, maar er is een leven aan voorafgegaan. Misschien dat het daarom zich zo gemakkelijk liet opschrijven.’
Precies op tijd, lijkt het.
‘Echt bizar, want het verhaal dat verscheen op 1 november, wordt nu al ingehaald door de werkelijkheid. En ik had niet eens de bedoeling het boekje voorspellende waarde te geven. Maar ik schreef op dat Trump de verkiezingen zou winnen en dat de instrumentalisering van antisemitisme door de regering verkapt racisme is – en dat is ook uitgekomen.’
In het boek voert het fascistische regime van de toekomst een Wet op Nederlandse Cultuurveiligheid (NCV) in. Wat is dat?
‘De NCV is een voorbeeld van wat er gebeurt als de instrumentalisering van antisemitisme – en in bredere zin die van racisme en seksisme – wettelijk verankerd wordt. Ik beschrijf hoe men het doel heeft de Nederlandse weerbaarheid – whatever that may be – te versterken. En hoe men dat wil bereiken door de Nederlandse cultuur – again, whatever that may be – veilig te stellen tegen bedreigingen die men ervaart van binnenuit en buitenaf. Dus stel je voor, in 2031 zou je geen broodje döner meer kunnen eten, want dat wordt ervaren als een bedreiging van de ‘gezonde Hollandse pot’.’
‘Loyaliteit kan in enkele stappen omgezet worden in uitsluiting en racisme
Je schrijft ook over de rol van oud-defensieminister Hans Hillen (CDA) bij het stopzetten van een loyaliteitsprogramma voor het leger, genaamd de Oranje Baretten. Hoe kwam je daar op?
‘Voor de titel en omslag van het boek zocht ik iets wat vergelijkbaar kon zijn met een soort Nederlandse SS. Ik dacht aan iets van Oranje Baretten. Maar toen ik dat voor de zekerheid googelde, kwam ik erachter dat er daadwerkelijk een speciaal jongerenprogramma van de Koninklijke Landmacht heeft bestaan, voor tieners tussen elf en zestien jaar. Met diezelfde naam: Oranje Baretten. In 2011 was Hillen de minister die dit programma stopzette.’
Wat hield dat programma precies in?
‘Uit wat er nog online over terug te vinden was, begreep ik dat doel was om jongeren op kinderlijke wijze te enthousiasmeren voor het leger. Zo werd geadverteerd dat je ‘als Oranje Baret wordt ingezet tijdens belangrijke operaties. Elke operatie bevat een aantal spannende missies. Zo ga je als Oranje Baret bijvoorbeeld parachutespringen om een eiland, dat verwoest is door een orkaan, te bereiken.’ En: ‘In de verschillende missies werk je aan vrede en veiligheid voor lokale bevolking, en verdien je bovendien punten. Zit jij aan het einde bij de hoogste totaalscores, dan krijg je een spectaculaire beloning!’
Ik denk overigens dat met het Oranje Barettenprogramma zoals dat tot dertien jaar geleden bestond niet racistisch gemotiveerd was. Echter, het was en blijft natuurlijk erg bedenkelijk om op speelse wijze kinderen te werven voor defensie, omdat dit werk veelal juist niet leuk is, maar dodelijk. Dat was ook de kritiek waardoor het jongerenprogramma is opgeheven. Er werd zelfs gesproken over kindsoldaten.’
Kan je loyaliteit afdwingen?
‘Soms wel, soms niet. In het verhaal gaat het erom hoe loyaliteit kan bestaan – ook racistische loyaliteit – en hoe die loyaliteit in enkele stappen omgezet kan worden in actieve uitsluiting en racistisch geweld. Dat zie je terug in de Maccabi-fans die vernielingen aanbrachten en geweld gebruikten tegen mensen en in de jongeren die het hadden over ‘jodenjacht’ en daar ook op acteerden. Maar denk ook aan knokploegen zoals die georganiseerd werden tijdens de Duitse bezetting en aan de knokploegen die het Nederlandse verzet tegen de nazi’s vormden. Ze zijn allemaal gebaseerd op loyaliteit, bestaande uit veelal eerlijke, oprechte gevoelens, ook oprechte haat – hoe verschrikkelijk ook – die gecreëerd wordt door machthebbers en vervolgens uitgebuit.’
‘Ik haal Adolf Hitler aan, die zich impliciet afvroeg wie zich in de toekomst nog een vernietiging van het Joodse volk zou herinneren’
Wat is de rol van politieke elites?
‘Het zijn vrijwel altijd machthebbers aan wie we trouw zweren, die onze loyaliteit gebruiken om ons tegen elkaar uit te spelen. In Wilders’ reactie op de Amsterdamse geweldsincidenten zie ik een dergelijke mobilisering van racistische loyaliteit die leeft onder Nederlandse bevolking. Dat is gevaarlijk en destructief. Er moet per direct korte metten mee gemaakt worden. Voordat je het weet gaan er nog veel meer en veel vaker knokploegen de straat op, uit verzet waartegen weer andere knokploegen worden georganiseerd. Dan kun je vrij snel in een situatie belanden waarin, bijvoorbeeld, de Hutu’s en Tutsi’s zich ooit begaven. Dan hebben we in no time genocidaal geweld in Nederland. Dat is een oprechte zorg van me.’
De protagonist vertelt hoe het is om een wetenschapper van kleur te zijn. Is uitsluiting in hogere kringen hardnekkiger dan onderaan de ladder?
‘Hardnekkiger, dat weet ik niet. Het is volgens mij wel sluikser, verkapter en volgens mij daardoor ook giftiger. Ik vraag me wel af of dit ook bewust zo gedaan wordt. Ik zie nog maar weinig hoogleraren van kleur, zoals er ook nog steeds meer mannelijke hoogleraren zijn dan vrouwelijke. Het sluikse zit er bijvoorbeeld in, dat er voor bepaalde onderwerpen, zoals migratie, bijzonder hoogleraren zijn, veelal met een migratieachtergrond. ‘Gewone’ hoogleraren met een algemene leerstoel, die voor het leven benoemd zijn, zijn veelal nog wit en man. Maar uitsluiting komt op allerlei manieren voor: zowel bovenaan als onderaan de ladder.’
In je boek heb je aandacht voor Mikael, een Armeens-Amsterdamse puber die uiteindelijk is uitgezet. We zijn hem alweer vergeten. Hoe zit het met ons collectieve geheugen?
‘Pfoeh, ons collectieve geheugen? Dat is een grote vraag die ik juist klein heb geprobeerd te maken met het voorbeeld van Mikael Matosjan en zijn moeder. Zijn casus staat natuurlijk niet op zichzelf, maar laat vanuit een individueel geval zien waar het om gaat, namelijk hoe selectief ons collectief geheugen kan zijn. Ik haal in het boek Adolf Hitler aan, die vroeg wie zich nog de Armeense genocide herinnerde. Impliciet vroeg hij zich af wie zich in de toekomst een vernietiging van de Joodse bevolking zal herinneren.’
Waarom haal je dat voorbeeld aan?
‘Het is pervers dat radicaal-rechtse partijen tegenwoordig de Holocaust gebruiken om antisemitisme aan te pakken, terwijl ze tegelijk onder Nederlanders de islamofobie versterken. Tegelijkertijd wilden diezelfde radicaal-rechtse partijen, die eerst heel pretentieus de Armeense Genocide hebben erkend, een paar jaar later Mikael en zijn moeder naar Armenië uitzetten. Mijn duisterste vermoeden is dat als Wilders tot massageweld zal oproepen als hij de mogelijkheid ziet en dat hij dit zelfs wettelijk wil verankeren. Ik denk ook dat we later, voorbij 2031, nog gaan zullen terugkijken op wat er na de rellen in Amsterdam allemaal door hem verkondigd is in de Tweede Kamer. En ook door anderen, recht voor onze neus. Dan zullen we ons afvragen: ‘Waarom deden we toen niks? In vredesnaam, waarom niet?!’ NSC-staatssecretaris Nora Achahbar deed gelukkig wel iets. Het is tijd dat wij in Nederland zien hoe wij bespeeld worden – en dat over de rug van miljoenen Europese Joden die zijn omgekomen tijdens de Holocaust. En over de rug van meer dan een miljoen Armeniërs die zijn omgekomen aan het begin van de twintigste eeuw. En over de rug van de tienduizenden Palestijnen.’
In Republiek der fascisten is de genocide in Gaza inmiddels al acht jaar bezig.
‘Omdat er niet wordt ingegrepen door de internationale gemeenschap.’
‘Steeds meer Nederlanders zijn het racisme van het kabinet beu en beginnen ertegen op te staan’
Je spreekt in je boek over mentale uitputting, doordat we steeds al dat massale geweld in onze feeds binnenkrijgen. Ook dat speelt fascisme in de kaart, stel je. Zijn we als mensheid verdoemd?
‘Nog niet. Het verhaal gaat over een tijd waarin we het hebben opgegeven. Ook ik. Het is geschreven om de lezer nu wakker te schudden. Ik denk dat we hier in Nederland nu nog iets tegen kunnen doen.’
Zwijgen Nederlanders over fascisme omdat ze naïef zijn of omdat ze zelf fascistisch zijn? Of denken ze dat het zo’n vaart niet zal lopen?
‘Deze vraag is precies wat ik problematisch vind in ons landje: het over één kam scheren van een hele groep. Niet alle Nederlanders zwijgen. Ik ben daar al een voorbeeld van. Niet alle Nederlanders zijn naïef, niet alle Nederlanders denken hetzelfde. Niet alle Nederlanders doen hetzelfde.’
Waarom zijn er dan geen mensenmassa’s op straat om te demonstreren tegen het kabinet?
‘We horen politiek taalgebruik over hoe antisemitisme ‘in de genen’ zou zitten van Marokkanen, zoals minister Faber beweerde, en doen dat af als onzin. Of we zwijgen erover. En dat is gevaarlijk. Daar moeten we echt nooit van wegkijken, want zwijgen is toestemmen. Sterker nog, daar moeten we tegen in opstand komen. Juist nu.’
Hoe?
‘Mijn hoop is dat er een opstand komt, door burgerlijke én bestuurlijke ongehoorzaamheid. En ik denk, als ik heel eerlijk ben, dat we daar in de afgelopen weken de eerste hoopvolle sprankjes van hebben gezien. Met Jaïr Stranders in Buitenhof, met Nora Achahbar die uit het kabinet stapt, en nog veel meer Nederlanders, allemaal Nederlanders, die het racisme van het kabinet beu zijn en ertegen op beginnen de staan. Laat dat antifascisme maar vaart krijgen.’
Yarin Eski, Republiek der fascisten – een kleine Nederlandse dystopie, uitgever Olivia Media. Het boek is hier gratis te downloaden.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!