‘Op het moment dat een hyperautoritair regime zeker één miljoen mensen van een specifieke etniciteit in kampen stopt en we niets meer van die mensen vernemen, dan is er een reële mogelijkheid dat ze nooit meer terugkomen.’
De repressie van de Oeigoeren, een Turks-islamitisch volk, in de autonome regio Xinjiang (onder Oeigoeren bekend als Oost-Turkestan) kreeg relatief weinig aandacht in de media. Daar lijkt nu langzamerhand verandering in te komen, ook in Nederland. Nederlandse media hebben de afgelopen maanden aandacht besteed aan de kwestie. Zo publiceerde Trouw op 30 oktober een interview met een Oeigoerse dissident: ‘De Chinese overheid intimideerde hem tot in Duitsland. Hij zwichtte niet en nu krijgt hij geen contact meer met zijn familieleden. Oeigoer Muhemmedeli Niyaz vreest dat ze vastzitten in de gevreesde strafkampen. Misschien wel vanwege hem.’ Op dezelfde dag publiceerde de Volkskrant een op-ed, waarin vierentwintig Belgische en Nederlandse China- en Azië-experts het Chinese regime oproepen te stoppen met het intimideren van Oeigoeren in de diaspora en tegenover internationale instanties verantwoording af te leggen voor de mensenrechtenschendingen die zijn begaan jegens de Oeigoeren. Daarnaast eisen de vierentwintig experts de sluiting van de strafkampen in Xinjiang, waar volgens mensenrechtenorganisaties, waaronder het World Uyghur Congress, zeker één miljoen Oeigoeren gevangengehouden worden. Naast de Oeigoeren zit ook een onbekend aantal niet-Oeigoerse moslims vast in de kampen, vooral Kazachen en Hui. Volgens Chinese overheidscijfers telt Xinjiang circa vijfentwintig miljoen inwoners en zijn de vier grootste groepen in het gebied: de Oeigoeren (circa vijfenveertig procent), de Han-Chinezen (circa veertig procent), de Kazachen (circa zeven procent) en de Hui (circa vijf procent).
Veel vragen over het drama dat zich afspeelt in Xinjiang blijven onbeantwoord. De Kanttekening sprak erover met socioloog en China-kenner Eric Hendriks (Rheinische Friedrich Wilhelms Universität Bonn), die vier jaar in China heeft gewoond en verbonden was aan de Peking University.
Er is een culturele genocide gaande op de Oeigoeren. What’s next, een all-out genocide?
‘De Chinese staat voert een gericht, gewelddadig en escalerend schrikbewind tegen deze etnische groep. Op het moment dat een hyperautoritair regime zeker één miljoen mensen van een specifieke etniciteit in kampen stopt en we niets meer van die mensen vernemen, dan is er een reële mogelijkheid dat ze nooit meer terugkomen. De Chinese staat en sommige internationale media spreken van ‘heropvoedingskampen’, maar dat is een kwalijk eufemisme. Gezien het hoge aantal slachtoffers en het feit dat een specifieke etniciteit gericht wordt aangepakt, moeten we spreken van concentratiekampen. De Chinese staat concentreert het ‘meest gevaarlijke’ deel van een als vijandig aangezien volk in kampen. Nu zijn concentratiekampen geen systematische vernietigingskampen, maar we moeten ons wel zorgen maken dat grote groepen Oeigoeren van de aardbodem zullen verdwijnen.
Er spelen twee verzwarende factoren mee. Ten eerste, de situatie is sinds 2014 steeds verder geëscaleerd. De kampen openden in 2015 en sinds 2017 zijn circa één miljoen leden van de Communistische Partij Oeigoerse gemeenschappen ingestuurd om de boel in de gaten te houden, ‘politiek incorrecten’ te identificeren en de lokale bevolking ‘op te voeden’ en ‘te genezen van de ziekte van extremisme’, zoals de Amerikaanse antropoloog Darren Byler beschrijft op het onderzoeksblog China File. We weten niet of we daarmee het ergste stadium al bereikt hebben en wat er al dan niet in beweging is gezet in de afgelopen maanden. De ‘volksopvoeders’ zijn ondergebracht in ‘gastgezinnen’ en leegstaande huizen. Ze houden hun ‘gastfamilies’ en lokale Oeigoerse gemeenschappen in de gaten en selecteren de Oeigoeren die naar de kampen moeten worden afgevoerd. Byler zag dat bange Oeigoerse kinderen de naar Xinjiang gestuurde partijleden begroetten met ‘ik hou van Xi Jinping’. Ten tweede, de Chinese staat heeft Xinjiang de laatste jaren steeds hermetischer van de buitenwereld afgesloten om haar grootschalige mensenrechtenschendingen aan het oog van de wereld te onttrekken.’
Hoe nijpend is de situatie in Xinjiang werkelijk?
‘In Xinjiang staan overal militaire checkpoints en er hangen overal camera’s met gezichtsherkenning. The New York Times spreekt van een ‘dystopische surveillancestaat’. Ik geef twee voorbeelden die dat illustreren, verteld aan mij door twee mensen die ik ken. Een Chinese student van mij in Peking, die zelf Han is en uit Xinjiang komt, vertelde mij begin dit jaar dat hij in Xinjiang had gezien dat er voor ieder restaurant een soldaat stond, om iedere Oeigoer bij binnenkomst te fouilleren. En in Peking fluisterde een docente van gemengde afkomst mij toe dat haar Oeigoerse familieleden in Xinjiang regelmatig positieve berichten over Xi en de Communistische Partij naar elkaar sturen uit angst anders door veiligheidsdiensten als ‘potentieel vijandig’ te worden aangemerkt.’
Peking geeft terrorisme als belangrijkste reden voor de draconische maatregelen. Wat is jouw visie daarop?
‘Er was of is echt islamistisch terrorisme in Xinjiang en er waren of zijn échte banden met jihadistische netwerken in Centraal-Azië en IS. In Syrië vochten groepjes Oeigoeren mee met IS. En hoe treurig ook: ik denk dat het Chinese schrikbewind mogelijk zeer effectief is in het bestrijden van terrorisme. Máár het is wel volledig disproportioneel. En er is meer aan de hand. Als het hier namelijk écht alleen om terrorismebestrijding zou gaan, dan zou je verwachten dat maximaal enkele duizenden of tienduizenden Oeigoeren in kampen zouden eindigen. Dat er nu zeker één miljoen Oeigoeren in kampen zitten, duidt er op dat een hele bevolkingsgroep als cultureel vijandig wordt gezien. Peking gooit terrorisme, separatisme, religieus traditionalisme en verlangen naar lokaal zelfbestuur op één grote hoop. Het zouden allemaal gevaarlijke, vijandige verstoringen zijn van de beschaafde harmonie. Op die manier is de ‘vijanden’-categorie zeer oprekbaar en passen er zo een heel groot aantal mensen in.’
Hoe groot zijn de culturele verschillen tussen de Han-Chinezen en de Oeigoeren?
‘De Han-Chinezen en de Oeigoeren beschouwen elkaar niet als behorend tot hetzelfde volk en ze zijn het ook niet. De Oeigoeren hebben een andere afkomst en cultuur. Je pikt de paar Oeigoerse migranten in Peking er op straat zo uit.’
Media hebben nauwelijks toegang tot Xinjiang. Hoe belangrijk is het dat media berichten over de situatie in de regio?
Ben jij er voorstander van dat de Oeigoeren zich afscheiden van China?
‘Nee, dat zou niet werkzaam zijn, omdat er al te veel Han-Chinezen in Xinjiang wonen. Eerst woonden in Xinjiang nauwelijks Han-Chinezen, maar het gebied was een kolonie van de Qing (1644-1912, red.), de laatste keizerlijke dynastie van China. Het communistische China van Mao Zedong erfde dit deel van het Qing-territorium en het heeft er sinds het midden van de twintigste eeuw miljoenen Han-Chinezen gericht naartoe verhuisd (sinificatie, red.). Gedane zaken nemen geen keer. De verschillende volkeren in Xinjiang moeten met elkaar zien samen te leven. We moeten maar hopen dat de Communistische Partij ooit meer respect op zal weten te brengen voor lokaal zelfbestuur en de waardigheid van culturele minderheden.’
Is er genoeg internationale druk op China als het gaat om de situatie in Xinjiang?
‘Ik moet voorzichtig zijn in mijn oordeel, omdat ik weinig tot geen zicht heb op wat er in diplomatieke kanalen besproken wordt. Ik hoop vooral dat islamitische landen die onderling over van alles ruziën, hun conflicten in deze kwestie even opzij leggen om zich gezamenlijk hard te maken voor hun Oeigoerse broeders en zusters, die vanwege hun geloof worden onderdrukt.’
Wat voor strategie is er nodig om een eind te maken aan het schrikbewind in Xinjiang? Is China gevoelig voor harde maatregelen? De Amerikaanse topdiplomaat en historicus George Kennan constateerde tijdens de Koude Oorlog in zijn fameuze Long telegram (1946) het volgende over de Sovjet-Unie: ‘Soviet power, unlike that of Hitlerite Germany, is neither schematic nor adventunstic. It does not work by fixed plans. It does not take unnecessary risks. Impervious to logic of reason, and it is highly sensitive to logic of force. For this reason it can easily withdraw – and usually does when strong resistance is encountered at any point. Thus, if the adversary has sufficient force and makes clear his readiness to use it, he rarely has to do so.’ Zou een soortgelijke strategie effectief zijn tegen China?
‘Nee, eigenlijk zijn zowel reason als force niet de oplossing. Bij reason denk ik vooral aan een appèl aan universele mensenrechten, maar zulke universalistische principes resoneren niet met China’s morele en politieke tradities. En bij force denk ik aan een ruig en openlijk conflictueus machtsvertoon, wat weer niet past bij de Chinese omgangsvormen. In de Chinese cultuur is het namelijk cruciaal om in ‘harmonieuze’ persoonlijke relaties te investeren en gezichtsverlies voor de ander te vermijden. De kunst is om binnen zulke relaties op de juiste momenten troefkaarten uit te spelen.
De Europese Unie, alsmede enkele islamitische landen en met name Turkije en Pakistan, hebben op dit moment een machtige troef in handen: One Belt, One Road, OBOR. OBOR, het gigantische Chinese investeringsproject in Centraal- en Zuid-Azië en Centraal- en Oost-Europa, is het paradepaardje van Xi. Dit project vereist goede relaties met lidstaten van de Europese Unie en landen zoals Pakistan en Turkije. Als deze landen China duidelijk maken dat een betere behandeling van de moslims in Xinjiang belangrijk is voor goede relaties, dan zou dat een krachtig signaal kunnen afgeven. Vervolgens kunnen we geen genoegen nemen met alleen wat vage beloftes; we moeten immers ook kunnen controleren wat er waargemaakt wordt van die beloftes. Misschien zouden waarnemers een goed controlemiddel zijn. Wat betreft de precieze strategie, moeten we vertrouwen op de expertise van ons diplomatiek korps. Want terwijl onze media luid moeten zijn, moeten onze diplomaten discreet en slim opereren.’
In mijn NRC-stuk stel ik dat we dringend meer herrie voor de Oeigoeren moeten maken. De situatie in Xinjiang dreigt vreselijk uit de hand te lopen, en internationale media-aandacht heeft waarschijnlijk wel degelijk invloed op de Chinese politiek. https://t.co/e89VGig77B via @nrc
— Eric C. Hendriks (@ericchendriks) 3 november 2018
Leestips: China’s hidden camps (BBC), China’s frontier of fear (ABC), 48 ways to get sent to a Chinese concentration camp (Foreign Policy), Witnesses fear Chinese regime murdering Uyghurs for their organs (The Epoch Times), Uyghur children kidnapped by the state, put in Xinjiang’s state-run ‘orphanages’ (The Epoch Times), Documenting the disappeared: relatives, friends build database of missing Uyghurs (The Globe and Mail), China’s campaign of repression against Xinjiang’s Muslims (Human Rights Watch). Volgtip: Radio Free Asia.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!