7.9 C
Amsterdam

Oud-Februaristaker (94): ‘We moeten meer weerstand bieden tegen racisme en fascisme’

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

Wat was oud-verzetsman Max van den Berg (94) graag naar de jaarlijkse antiracismedemonstratie in zijn woonplaats Amsterdam gekomen, deze zondag. Maar helaas: hij is nog zwakjes na een recente coronabesmetting. We spraken de activist in zijn woning in Oud-West: over zijn verleden, zijn deelname aan de Februaristaking van 1941 en waarom verzet tachtig jaar later weer nodig is. ‘De PVV en FvD zijn overduidelijk racistisch.’

Vorige maand ontving Van den Berg (foto, linksboven) de Andreaspenning van de stad Amsterdam, die hem persoonlijk werd uitgereikt door locoburgemeester Marjolein Moorman (PvdA). ‘Deze penning is mij gegeven vanwege het voortdurend voortzetten van het gedachtegoed van de Februaristaking. Dus dat heeft allemaal met racisme en discriminatie te maken.’

De Andreaspenning die Max van den Berg in februari uitgereikt kreeg (Beeld: Ewout Klei)

Van den Berg heeft deze erepenning ontvangen op voordracht van Stichting 1940-1945, waarvan hij nog steeds redacteur is, en van het Verzetsmuseum, dat door hem mede is opgericht. Van den Berg beschouwt deze penning bovendien als een eerbetoon aan het Comité 21 Maart, waarvan hij ruim een jaar actief lid is.

Flessendoppen voor Spanje

Wie is deze 94-jarige activist? Van den Berg is een echte Amsterdammer, op 1 januari 1927 geboren in de Jordaan. Dat was toen een armoedige buurt, waar veel arbeiders en kleine handelaren woonden. Zijn familie had het goed. Zijn Joodse vader was diamantbewerker, en die arbeiders verdienden twee keer zo veel als andere arbeiders. ‘We hadden zelfs een dienstmeisje.’

De economische crisis van de jaren dertig gooide roet in het eten. Zijn vader werd ontslagen, zijn grootvader – die een winkel had in ‘koloniale waren’ – ging failliet en de familie moest de eindjes aan elkaar knopen. ‘Mijn vader ging naar Nijmegen om werk te zoeken, mijn moeder verhuisde naar Zuid en begon een pension, maar omdat ze veel te gul was moesten we hier na zes maanden weer mee stoppen.’

De politieke situatie veranderde. Begin 1933 kwam Adolf Hitler aan de macht. Een gebeurtenis die op dat moment nog geen grote indruk maakte op de zesjarige Max. Het Jordaanoproer van 1934 tegen de harde bezuinigingspolitiek van premier Hendrikus Colijn deed dat wel. ‘We woonden niet meer in de Jordaan, maar vanwege de rellen kon ik toen niet naar school. Het was te gevaarlijk.’

De eerste politieke actie waaraan Max meedeed was het verzamelen van flessendoppen voor Spanje. Tussen 1936 en 1939 vond in Spanje een bloedige burgeroorlog plaats tussen de linkse republikeinen en de rechtse nationalisten, die door Adolf Hitler en Benito Mussolini werden gesteund. Met het verzamelen van doppen van melkflessen – die tin bevatten, waarmee wapens konden worden gemaakt – droegen Max en de jonge activisten bij aan de strijd tegen de fascistische Spaanse generaal Franco.

Willy Lages (Beeld: Nationaal Archief)

Willy Lages

De vader van Max was Joods, maar was getrouwd met een niet-Joodse. Daarom was hij vrijgesteld van deportatie. ‘Maar mijn grootouders zijn in 1943 vergast in Sobibor, en mijn oom en tante en mijn neefje Jopie, die ook mijn beste vriend was, zijn vermoord in Auschwitz.’

Van den Berg vertelt dat zijn oom en tante, samen met hun zoon Jopie, bij het gezin Van den Berg waren ondergedoken. ‘Maar helaas werden ze verraden. Mijn vader werd toen ook gearresteerd en naar het doorgangskamp Westerbork in Drenthe gebracht. Gelukkig hebben we hem met veel moeite vrij gekregen.’

‘Mijn moeder is toen gaan protesteren bij SS-officier Willy Lages (foto), hoofd van de Zentralstelle für jüdische Auswanderung (het centraal bureau voor Joodse emigratie, red.) in Amsterdam. Ik ging met mijn moeder mee om te vertalen, want ik sprak toen beter Duits dan zij. Lages vertelde ons dat we moesten bewijzen dat mijn ouders gemengd getrouwd waren en hun kinderen christelijk opgevoed. Om dat te doen moesten we helemaal naar Stadskanaal naar een doopsgezinde dominee die daar woonde. Dus eerst met de trein naar Zwolle, dan met het boemeltje naar Emmen, en dan een uur in de bus. Stadskanaal is een heel langgerekt dorp. Dat wisten we niet, dus we stapten te vroeg uit de bus en moesten – terwijl het heel warm was – nog bijna een uur lopen.’

De dominee wilde Max en zijn moeder eerst niet helpen. ‘Hij zei dat we maar over drie maanden terug moesten komen. Toen is mijn moeder bewusteloos gevallen. Dat was te veel voor haar. De dominee schrok zich natuurlijk een ongeluk. Ik legde hem uit dat hem om mijn vader ging, die in Westerbork zat. ‘Had dat nou meteen tegen mij gezegd’, zei hij tegen mij. Want wat was het geval? Een paar weken eerder had een ander lid van de familie van mijn moeder ook bij de dominee aangeklopt, omdat hij moest bewijzen dat hij een volbloed Ariër was. Dat was nodig, omdat hij wilde vechten voor de nazi’s aan het Oostfront. De doopgezinde dominee wilde geen nazi’s helpen. Mijn vader is uiteindelijk teruggehaald uit Westerbork en heeft de oorlog overleefd. Ook is hij niet gesteriliseerd. Joden die gemengd gehuwd waren moesten zich laten steriliseren van de Duitsers, maar omdat veel dokters dit beleid niet steunden, gaven ze valse sterilisatiebewijzen af.’

Februaristaking en Septemberstaking

Max van den Berg nam ook deel aan de Februaristaking van februari 1941. ‘Leden van de WA, de militante tak van de NSB, vielen een tijdje Joodse handelaren aan het Waterlooplein lastig en schopten hun kraampjes omver. Een groepje Joodse jongeren, van de boksvereniging Maccabi, besloot om terug te vechten. In de knokpartijen die volgden werd NSB’er Hendrik Koot neergeslagen, die niet veel later in het ziekenhuis overleed. De Duitsers hebben toen zo’n vierhonderd Joden opgepakt en naar het concentratiekamp Mauthauzen gestuurd. In euthanasiecentrum Hartheim zijn toen ook velen vergast. Het waren de eerste gasexperimenten van de nazi’s. De Communistische Partij Nederland heeft in reactie op de razzia’s een algemene staking uitgeroepen.’

Van der Berg ging op 25 februari naar school in de Zocherstraat, een driejarige HBS. ‘Ik was daar met mijn klasgenoten aan het praten, vlak voordat de school begon, toen er plotseling tramconducteurs vanuit de Havenstraat de Overtoom opkwamen en zeiden: ‘Wij staken tegen de Jodenvervolging’. Toen zeiden ik en twee vrienden: ‘Dan gaan wij ook staken.’ We hebben alle schooltassen over de weg gelegd, zodat de mensen met hun fietsen over de stoep verder moesten wandelen. We hebben ook een schoolstaking georganiseerd. Die mislukte. De meeste klasgenoten gingen toch naar de les, toen de meester woedend naar buiten kwam. Met een kleine groep ben ik echter doorgegaan. We hebben de hele dag door de stad gelopen. De trams reden niet meer, overal waren mensen met elkaar in discussie, er heerste een opgewonden sfeer. Twee dagen later moesten we bij de directeur komen. Maar ja, hij vond het zelf ook heel naar wat er gebeurd was met de Joden. Op dat moment vond ik de directeur een vreselijke lafbek. Later, toen ik ouder werd. begreep ik wel dat hij ook zijn verantwoordelijkheid had.’

‘Ik stond met klasgenoten te praten toen tramconducteurs langskwamen en zeiden: ‘Wij staken tegen de Jodenvervolging’. Toen zeiden ik en twee vrienden: ‘Dan gaan wij ook staken’

Van den Bergs ouders waren sociaaldemocraten, maar hijzelf had meer sympathie voor de communisten. ‘De Sovjet-Unie is in 1991 als gevolg van een enorme bureaucratie in elkaar gestort. Het was niet democratisch meer. Maar in de jaren dertig en veertig vond ik het communisme geweldig, want de communisten waren recht door zee. Ze zeiden waar op het stond. Ik vond sociaaldemocraten maar slap. Vlak na de oorlog was de CPN bovendien de enige partij die zich verzette tegen de koloniale oorlog in Indonesië. In september 1946 is er in Amsterdam en andere steden massaal tegen de koloniale oorlog gestaakt. Daar heb ik ook aan meegedaan. Dit jaar is dat precies 75 jaar geleden. Maar de Septemberstaking tegen het kolonialisme heeft de geschiedenisboekjes helaas niet gehaald, terwijl de Februaristaking elk jaar herdacht wordt.’

Van de PVV van Geert Wilders en Forum voor Democratie van Thierry Baudet moet hij niets hebben. ‘Tegen hun racistische gedachtegoed demonsteren we zondag. Ik vanuit mijn bed, haha.’ Het grootste gevaar vindt Van den Berg echter niet Wilders en Baudet zelf, maar het ‘wegkijken’ van de grote massa.

‘Dat wegkijken is heel gevaarlijk. Net als het normaliseren van PVV en FvD in de media. Het is overduidelijk dat beide partijen racistische bewegingen zijn. Artikel 1 van de Grondwet verbiedt discriminatie. We moeten meer weerstand bieden tegen racisme en fascisme. Een beweging die zich hiertegen verzet. Zoals we in 1941 ons verzetten tegen de deportatie van de Joden, en in 1946 tegen de vuile koloniale oorlog in Indonesië.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -