Marokkaanse mode is veelzijdig en veelzeggend. In de tentoonstelling MOḌA wil het Centraal Museum in Utrecht dit laten zien.
MOḌA begon met de gedachte iets te willen doen voor de verbinding tussen de verschillende gemeenschappen in Nederland. In Utrecht heeft een tiende van de bevolking een Marokkaanse achtergrond, vertelt Ninke Bloemberg, curator bij het Centraal Museum in Utrecht: ‘Wij willen de link tussen stad en gemeenschap versterken. Als mode-curator ben ik altijd op zoek naar manieren om verhalen te vertellen via mode, omdat het iets is wat dicht bij mensen staat en heel herkenbaar is. Bovendien willen we met deze tentoonstelling het oppervlakkige imago van mode doorbreken en laten zien dat het een diepgaande kunstvorm kan zijn.’
‘Moda’ is Marokkaanse spreektaal voor mode. In de tentoonstelling zijn werken te zien van lokale talenten en van grote internationale namen. De inspiratie komt uit Marokko en Noord-Afrika in bredere zin. Sommige kledingstukken hebben meerdere lagen met een hennapatroon.
Ook is in het museum een handgeborduurde mantel met een capuchon te zien. In het borduursel zijn veel ogen te zien – een belangrijk symbool in de Marokkaanse cultuur. Ook staat het woord love in het werk geborduurd: ‘Liefde is precies de boodschap die wij willen uitdragen. Het is tijd waar polarisatie op alle kanten geforceerd wordt en wij willen graag inzetten om ook mooie dingen te laten zien’, legt Bloemberg uit.
Een van de bekende namen is de Marokkaanse modeontwerper Tamy Tazi. Tazi is volgens Bloemberg een zeer interessant figuur in de modegeschiedenis: ‘Ze heeft grote invloed gehad, maar haar verhaal is in het Westen grotendeels vergeten. Dat willen we met deze tentoonstelling corrigeren en haar bijdragen vieren.’
‘Tazi’s werk richtte zich vooral op kaftans – lange traditioneel gewaden uit het Midden-Oosten – en traditionele Marokkaanse ontwerpen, wat in de westerse mode vaak als folklore of traditioneel werd gezien. Dat heeft ervoor gezorgd dat haar revolutionaire bijdragen nooit echt erkend zijn in de internationale modewereld. Wat haar werk zo bijzonder maakt, is dat het niet alleen de Marokkaanse tradities eer aandoet, maar ze ook vernieuwt en moderniseert. Door haar innovatieve benadering inspireert ze een nieuwe generatie ontwerpers.
‘Tazi had een bijzondere band met de wereldberoemde modeontwerper Yves Saint Laurent’, vertelt Bloemberg. ‘Ze waren veertig jaar bevriend en hebben elkaar wederzijds geïnspireerd. Saint Laurent haalde veel ideeën uit haar ontwerpen en werkwijze, vooral tijdens zijn zomers in Marokko. Het verhaal gaat dat hij een diepe bewondering had voor haar stijl en vakmanschap. Helaas is Tazi in de loop der tijd wat in de vergetelheid geraakt, terwijl Saint Laurent wereldwijd een begrip is geworden. Wij wilden met deze tentoonstelling dat verhaal omdraaien en haar een podium geven dat Tazi meer dan verdient.’
‘Wat je draagt, vertelt iets over wie je bent, wat je belangrijk vindt en waar je vandaan komt’
Een andere curator die bij de tentoonstelling is betrokken, is Zineb Seghrouchni. Zij is oprichter van DAR. Dit agentschap richt zich op het versterken van kunstenaars die maatschappelijke kwesties aankaarten. Volgens Seghrouchni sluit MOḌA aan op de missie van DAR: ‘Het project brengt verhalen samen van makers die vaak over het hoofd worden gezien. Ons doel is om deze stemmen te versterken en nieuwe verbindingen te leggen. Daarnaast werken we veel met multidisciplinaire kunstvormen, wat ons in staat stelt om verschillende vormen en verhalen te combineren tot een krachtig geheel. Hierdoor ontstaat een plek van creatieve uitingen die bezoekers uitdagen na te denken over identiteit en samenleving.’
Voor Bloemberg en Seghrouchni is mode belangrijk voor iedereen. Bloemberg: ‘Mode is een van de grootste industrieën ter wereld en heeft een enorme invloed op duurzaamheid, economie en identiteit. Wat mode uniek maakt, is dat iedereen ermee in aanraking komt. Het raakt ons letterlijk op de huid. Bovendien is mode een reflectie van de tijd waarin we leven. Het vertelt iets over wie we zijn als individu en maatschappij. Zo kan je met mode laten zien dat je bij een bepaalde groep hoort, zoals punk. En als jij je niet goed voelt, draag je geen felle kleuren.’
Seghrouchni vult aan: ‘Mode is meer dan alleen mooi eruitzien. Het is een manier om te communiceren, een taal die iedereen spreekt. Wat je draagt, vertelt iets over wie je bent, wat je belangrijk vindt en waar je vandaan komt. Het is een krachtig medium dat mensen bewust of onbewust verbindt. Daarnaast kan mode ook een instrument zijn om maatschappelijke veranderingen te stimuleren, bijvoorbeeld door thema’s zoals duurzaamheid en inclusiviteit aan te kaarten. Denk aan mensen die de lip van een blik als oorbel dragen als statement voor het klimaat, of die een keffiyeh, een Palestijnse sjaal, dragen uit solidariteit voor Palestina. Mode heeft de potentie om gesprekken te starten en mensen samen te brengen rond gedeelde waarden en ideeën.’
Mode inspireert Seghrouchni omdat het grensoverschrijdend is: ‘Het combineert tradities en moderniteit, en biedt ruimte voor experiment. Bij MOḌA hebben we geprobeerd dat zichtbaar te maken, niet alleen door de ontwerpen, maar ook door de verhalen van de makers te delen. Hierdoor wordt mode meer dan alleen een visuele ervaring; het wordt een platform voor dialoog.’
‘Ons doel is om de kracht van de hedendaagse mode te laten zien’, vertelt Bloemberg. ‘MOḌA draait om de verhalen van makers, over identiteit, ambacht en diaspora. Het is geen terugblik, maar een reflectie van wat nu gebeurt. Bovendien hopen we dat de tentoonstelling bijdraagt aan meer begrip en waardering voor diversiteit binnen de modewereld. Door een breed scala aan kunstvormen weer te geven, proberen we de veelzijdigheid van de mode van nu te tonen.’
Voor makers met een biculturele achtergrond is het lastig om een plek te vinden in de mode-industrie, denkt Bloemberg: ‘Deze wereld is enorm competitief. Naast de normale uitdagingen is er ook systemische ongelijkheid. Makers van kleur herkennen zich niet in hun docenten of in bekende makers. Dat moet echt veranderen. Gelukkig zien we steeds meer initiatieven die deze kwesties aanpakken en meer ruimte creëren voor diversiteit en inclusiviteit. MOḌA is een voorbeeld van hoe we de stemmen van biculturele makers kunnen versterken.’
Seghrouchni probeert daaraan bij te dragen: ‘Voorheen waren er nauwelijks platforms voor makers met een biculturele achtergrond. Veel talent bleef onopgemerkt omdat ze niet de kans kregen. Het internet biedt tegenwoordig meer mogelijkheden, maar de strijd voor zichtbaarheid blijft. MODA is bedoeld om een tentoonstelling te bieden waar iedereen zich vertegenwoordigd voelt.’
Dat Marokkaanse mode anders is dan Nederlandse mode is duidelijk, maar wat zijn de belangrijkste verschillen? Seghrouchni: ‘Marokkaanse mode draait om rijke tradities, patronen en ambachtelijke technieken. Nederlandse mode staat juist bekend om conceptueel denken en minimalisme. De combinatie van deze werelden levert unieke ontwerpen op. Denk bijvoorbeeld aan het werk van Saïd Mahdouf, die traditionele ambachten combineert met moderne vormgeving. Zijn ontwerpen laten zien hoe deze twee werelden elkaar kunnen aanvullen en versterken. Dit samenspel vormt een brug tussen verschillende culturele contexten.’
De biculturaliteit is vaak terug te zien in de werken van biculturele Nederlanders volgens Bloemberg: ‘Veel Nederlandse ontwerpers met Marokkaanse roots verwerken hun dubbele identiteit in hun werk. Het is vaak een zoektocht naar balans tussen twee culturen, wat prachtige en betekenisvolle mode oplevert. Dit maakt hun werk niet alleen visueel aantrekkelijk, maar ook emotioneel en conceptueel rijk. Deze diversiteit geeft de modewereld een energiek en gelaagd karakter.’
Voor Bloemberg en Seghrouchni is mode ook een middel om mensen te verbinden. Seghrouchni neemt de djellaba (een langgewaad met lange mouwen) als voorbeeld: ‘Het lijkt een simpel kledingstuk, maar het vertelt generaties aan verhalen. Door die verhalen te delen, breng je mensen dichter bij elkaar. Het dragen van traditionele kledingstukken in een moderne context kan nieuwe inzichten opleveren over de waarde van culturele uitwisseling.’
Voor Seghrouchni is MOḌA dan ook een mooi platform waar makers uit de Marokkaanse diaspora hun verhalen kunnen delen: ‘Mohammed Benchelal groeide op in Nederland, maar kreeg pas laat erkenning voor zijn talent. Vandaag de dag is hij een icoon. MODA laat zien dat hard werken en vasthouden aan je visie loont. Daarnaast willen we met de tentoonstelling ook ruimte bieden aan nieuwe makers en inspiratie bieden aan een breed publiek. Het delen van persoonlijke verhalen maakt mode tot een krachtig en transformerend medium.’
Voor Bloemberg is een stuk in de tentoonstelling een mooi voorbeeld van verbinding: ‘In onze collectie is een rok met een verborgen gedicht aan de binnenkant. Je kunt ervoor kiezen om dat gedicht te laten zien of het voor jezelf te houden. Dat maakt mode persoonlijk en krachtig. Mode kan op die manier ook gesprekken starten en mensen inspireren om verder te kijken dan wat men op het eerste oog ziet. Het benadrukt de complexiteit en diepgang die mode kan hebben.’
‘Het zou geweldig zijn om deze verhalen in Marokko te presenteren en nieuwe verbindingen te leggen’
Bloemberg vindt mode dan ook een kijk op de wereld: ‘Het fascinerende aan mode is dat het altijd reageert op wat er in de wereld gebeurt. Kijk bijvoorbeeld naar hoe kleding verandert in tijden van economische of politieke crisis. Tijdens de Bosnische oorlog droegen vrouwen op straat bredere schoudervullingen als symbool van kracht, ondanks de ellende. Mode is nooit alleen esthetisch; het vertelt altijd een verhaal en geeft mensen een stem. Het weerspiegelt de veerkracht en creativiteit van de menselijke geest.’
De reacties op de tentoonstelling zijn volgens Seghrouchni hartverwarmend: ‘Mensen waarderen dat we de verhalen van de makers centraal stellen. MOḌA nodigt uit om zelf verbindingen te leggen, in plaats van alles uit te leggen. Het geeft bezoekers de vrijheid om hun eigen interpretatie te vormen en nieuwe inzichten te ontdekken.’
Volgens Bloemberg is de tentoonstelling ook voor mensen die niks met mode hebben: ‘Ik herinner me een gesprek met iemand die zei dat hij niks met mode had. Maar ondertussen droeg hij gloednieuwe sneakers op een modderig festival. Het laat zien dat mode altijd een rol speelt, zelfs als je je er niet van bewust bent. MOḌA maakt dat soort onbewuste verbindingen. Het geeft bezoekers de kans om mode op een nieuwe manier te ervaren.’
Bloemberg hoopt ook om de tentoonstelling MOḌA te laten zien in Marokko: ‘Het zou geweldig zijn om deze verhalen in Marokko te presenteren en nieuwe verbindingen te leggen. Daarnaast willen we blijven experimenteren met nieuwe vormen van tentoonstellen en samenwerken. We kijken ernaar uit om de tentoonstelling internationaal uit te breiden en meer gemeenschappen te betrekken bij dit project.’
Voor Seghrouchni is dit pas het begin voor MOḌA: ‘Mode is continu in beweging. Ik hoop dat het meer erkend wordt als een krachtig middel voor verandering. We laten zien wat er mogelijk is als je verschillende perspectieven samenbrengt. We dromen ervan om MOḌA uit te breiden naar andere landen en continenten, zodat we nog meer mensen kunnen bereiken en inspireren. Het succes van deze tentoonstelling onderstreept het belang van het vieren van diversiteit en creativiteit.’
De tentoonstelling is tot 2 maart te zien in het Centraal Museum Utrecht. Ook is er een boek over MOḌA verschenen met (visuele) essays, reflecties en verdiepende gesprekken met deelnemende kunstenaars.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!