De iconische rode en blauwe kleuren van het Turkse Iznik-tegelwerk sierden in het vroege Ottomaanse tijdperk vele moskeeën en paleizen. En nu, na vierhonderd jaar afwezigheid, is Iznik weer terug. Ook in Nederland, waar de Europese tak van het kwaliteitstegelmerk wordt geleid, lopen particulieren ermee weg: ‘Elke keer als ik er langsloop, ben ik blij dat ik ze heb laten maken.’
Verloren glorie, dat was eeuwenlang het lot van het Iznik-tegelwerk (naar de plaats Iznik, het vroegere Nicea, in de noordwestelijke Turkse provincie Bursa). De keramiek die in de bloeitijd van het Ottomaanse Rijk alle voorname moskeeën en paleizen voorzag van grandeur en pracht, was in de loop der tijd verloren gegaan. Eeuwenlang leek het alsof de Ottomaanse kunst nooit zou terugkeren. Tot in de jaren negentig een Turkse professor, in samenwerking met vier universiteiten en een onderzoeksteam van vijfenveertig man, de kunst weer tot leven wekte. Sindsdien maakt de herboren Iznik wereldwijd een gestage opmars als kwaliteitstegelmerk. Ook in Nederland, van waaruit de Europese tak geleid wordt, verovert Iznik langzaam zijn plek aan de muren én in de harten van mensen. Na vierhonderd jaar afwezigheid lijkt het alsof de tegelkunst in de eenentwintigste eeuw het perfecte moment heeft uitgekozen om terug te keren. De Kanttekening sprak met experts en liefhebbers om de nieuwste stokoude trend in kaart te brengen.
Exclusief vakmanschap
In de rap gentrificerende NDSM-buurt, aan de overzijde van het Amsterdamse IJ, heeft anderhalf jaar geleden een opvallende nieuwkomer de deuren geopend. De Portugese twintiger Salomé Da Silva, voorheen werkzaam in de mode-industrie, houdt in een voormalige autowerkplaats een ruime tegel- en vloerbedekkingsshowroom met de naam Floor Studio NDSM. Met het bureau pontificaal in het midden en her en der tegelpartijen ter bezichtiging, ademt de ruimte kwaliteit en exclusiviteit. ‘Na zes jaar was ik de mode-industrie zat’, zegt Salomé, ‘maar ik wilde wel iets blijven doen met design. Ik zag dat de bestaande tegelwerkplaatsen heel onaantrekkelijk zijn, dus daar besloot ik op in te springen.’ Met kalm zelfvertrouwen legt Da Silva uit wat haar winkel speciaal maakt. Vergis je niet, haar ruime showroom is meer dan slechts een tegelboer. ‘Hier kunnen klanten de tegels fysiek zien, op maat advies krijgen en bovenal geïnspireerd raken.’
Da Silva is naast tegelexpert ook de vertegenwoordiger van Iznik in Europa. ‘Toen ik net met deze winkel begon had ik nog een eyecatcher nodig. Ik had al allemaal basisproducten, maar Iznik is meer dan dat. Het is echt de kers op de taart.’ Gevraagd naar de kracht van Iznik, kan Da Silva het niet laten om een lijst van kwaliteiten op te noemen. ‘Het is echt vakmanschap en het staat in een lange traditie. Omdat ze allemaal met de hand worden geverfd zijn geen twee tegels hetzelfde, maar toch vormen ze samen een geheel. De kleuren zijn heel sterk, omdat ze bijvoorbeeld worden gemaakt met de halfedelsteen rozenkwarts. Daarom is dat rood zó rood.’ Evengoed erkent ze dat kwaliteit niet vrijblijvend is. ‘We verkopen niet heel veel, omdat het prijzig is. Niet iedereen kan zich zulke tegels veroorloven.’
De exclusiviteit van de tegels wordt niet alleen gewaarborgd door de kwaliteit, maar ook door de uitgekiende strategie van het bedrijf. ‘Ik ben het enige verkooppunt in Europa, ondanks de schoonheid van de tegels. Dat is een bewuste keuze – als je je product in veel winkels legt is dat een teken van, weet je…’ Da Silva aarzelt even, ‘… het maakt het minder exclusief.’
Jazzmuziek
Iedereen die Iznik-tegels bestelt heeft daar zijn eigen redenen voor. ‘Architecten bijvoorbeeld, die zijn dol op Iznik. De tegels zijn heel wendbaar voor je project. Wat je ook wilt, het kan erop geschilderd worden. Er zijn genoeg voorbeelden waar het heel speciaal is geworden. Je hebt voor de rest niks meer nodig, de muur spreekt voor zich.’ Da Silva noemt het voorbeeld van een Iznik-muur die is gemaakt voor de Istanbulse vestiging van de Japanse restaurantketen Wagamama: daar is de aandachtstrekker een grote betegelde voorstelling van een noedelslurpende klant. Daarentegen komen particulieren bij Iznik voor hele verschillende motieven: ze hebben Iznik-tegels gezien op vakantie, of hebben een speciale band met Turkije die ze verwezenlijkt willen zien.
Eén van de ontwerpers die werkt met het nieuwe Iznik is de internationaal gerenommeerde ontwerpster Kiki van Eijk. Voor het Amsterdamse theater Podium Mozaïek ontwierp ze een wanddecoratie met het Turkse tegelwerk. Ze vangt muziek en dans in beeld, met vloeiende bewegingen, ‘en met het gevoel van uitspattinkjes uit bijvoorbeeld de jazzmuziek’.
Mensenwerk
In tegenstelling tot veel andersoortige tegels, die vooral het werk van een computer of een snelle zeefdruk zijn, zegt Van Eijk, is Iznik menselijk. ‘Dat je de mens erin ziet, dat vind ik heel mooi.’
Daarnaast sprak de extreme kwaliteit van Iznik haar aan – ze roemt de diepe kleur van de glazuur, het product van de verfijnde recepturen. ‘Dat is specifiek van hen, daar hebben ze heel lang op gestudeerd.’ Dat was ook een reden voor haar om de rode en blauwe kleuren te gebruiken in haar ontwerp: ‘Deze kleuren zijn wel iconisch voor Iznik.’
Iznik is bij het theater een uitdrukking van zijn multiculturele karakter, stelt Van Eijk: veel verschillende muziek klinkt op het podium, en de directeur heeft een Turkse achtergrond – de stap naar het Turkse Iznik is dan nog maar kort. Interieurdesigner Rian Knop, die het gehele interieur van Podium Mozaïek ontwierp, trekt de parallel breder dan alleen de directeur. Ook de Amsterdamse buurt Bos en Lommer, waar het theater gevestigd is, is multicultureel. Volgens Knop gaf de ambacht van Iznik de doorslag: de techniek is in staat om de diepe kleuren te gebruiken en doorlopende patronen over verschillende tegels uit te spreiden.
Knop stelt dat juist die ambachtelijke kwaliteit van Iznik de toepassingen beperkt – je kan ze niet overal ophangen. ‘Om deze tegels tot hun recht te laten komen moet je ze daadwerkelijk een podium kunnen bieden. Als ik Iznik ga gebruiken, ga ik echt wat anders doen dan een standaard project.’
Leefbaar
Een andere gelukkige klant van Iznik is huisarts Arzu Milli, die in Zaandam een huisartsenpraktijk houdt. Toen zij en haar collega’s een nieuw pand kochten voor de praktijk, was zij er rotsvast van overtuigd dat Iznik in de gangen moest komen te hangen. Ze was zelfs bereid om helemaal naar Turkije te gaan om het te regelen – maar ze was toch erg blij met de ontdekking van de beschikbaarheid in Nederland.
‘Het gebruik van Iznik is een knipoog naar onze Turkse achtergrond’, zegt Milli. Niet alleen zij, maar ook een aantal andere hulpverleners en veel patiënten hebben een Turkse achtergrond. ‘Degenen die het kennen, weten dat het een verwijzing naar Turkse kunst is.’
‘Wij wilden een leefbare omgeving in het pand creëren en Iznik past helemaal in dat beeld.’ Milli zelf werkt vijf dagen per week, en loopt elk jaar wel duizenden keren langs het keramiek aan de muren. ‘Elke keer als ik er langsloop, ben ik blij dat ik ze heb laten maken.’
‘Retro is nu een trend’
Terug in haar studio is Da Silva het zeker eens met de lof op Izniks kwaliteiten, maar ze geeft ook toe dat de kwaliteit alleen niet de populariteit kan verklaren. Het is deel van een bredere opmars van de tegel in Noord-Europa, met een opvallende reden: de komst van vloerverwarming. ‘Tegels isoleren niet goed, dus het is geen logische keuze in een land met strenge winters. Met vloerverwarming wil je echter dat de warmte zich juist verspreidt. Dan zijn tegels een logische keuze – en van tegels op de vloer is het een kleine stap naar andere plekken, zoals op de muur.’
Waar tegels eerder voorbehouden waren aan landen met een warmer klimaat, heeft de voortschrijdende techniek de deuren geopend naar de koudere gebieden. Maar mediterrane tegels hebben het noorden meer te bieden dan alleen warmtegeleiding. Da Silva: ‘Ik heb bijvoorbeeld geïnteresseerden uit Engeland die bij mij uitkwamen, omdat je bij hen simpelweg niet zoveel kleur hebt op de markt. Dan heb je geen andere keuze dan rondkijken, over de grenzen heen.’
Ten slotte geeft Da Silva nog één reden voor de populariteit van Iznik: ‘Al het oude komt nu terug, retro is nu een trend. Tegenwoordig komt er zoveel inspiratie uit vroegere ambachten en stijlen, dat het moeilijk wordt om ze te herkennen’, zegt ze. ‘Wat is nog het verleden, wat is het heden?’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!