De theatervoorstelling Emerging Memory neemt je mee op een boottocht langs het koloniale verleden van Amsterdam. ‘De slavernij heeft deze stad rijkdom gebracht. De huid van de slaven was niet zwart, maar van goud.’
‘Jesus Christ’, mompelt een jonge Afro-Amerikaanse vrouw als ze een Engelstalig informatiebordje over de Aziatische slavernij van de VOC leest. De overige bezoekers luisteren stil naar de zachte muziek van twee artiesten in Afrikaans kostuum – mét Delfts blauwe print.
De VOC-zaal van het Amsterdamse Bushuis is de verzamelplaats voor de theatervoorstelling en boottocht Emerging Memory – ‘opkomend geheugen’ – over het slavernijverleden van de hoofdstad. Tot 1789 zat op deze plek het hoofdkantoor van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Tegenwoordig is de locatie eigendom van de Universiteit van Amsterdam.
‘Op deze manier willen we het verleden zichtbaar maken’
Emerging Memory is een initiatief van Jennifer Tosch, die met haar organisatie Black Heritage Tours vaker rondleidingen organiseert, en theatermaker Katy Streek. Het Bushuis speelde een belangrijke rol in de geschiedenis van de slavernij. De VOC zorgde voor voorspoed in de zeventiende en achttiende eeuw maar was, net als de West-Indische Compagnie (WIC), betrokken bij de grootscheepse slavenhandel.
De boottocht is één lange theatervoorstelling, vol verhalen over het slavernijverleden van Amsterdam, dans en poëzie. ‘Weinig mensen zijn bekend met de koloniale geschiedenis. Op deze manier willen we het verleden zichtbaar maken,’ zegt Streek. De voorstelling is onderdeel van het Amsterdam Roots Festival (tot en met 10 juli) en de activiteiten rondom Keti Koti, de nationale herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863.
‘Hoe was het om als donkere vrouw in Amsterdam te wonen?’
Eén van de plekken die de boot aandoet is het huis van Wilhelmina Balk (1787-1807), aan de Oude Turfmarkt. ‘Hier woonde Wilhelmina, de dochter van Kaatje, een ‘vrije’ voormalige slavin, en plantage-eigenaar Johan Andreas Balk,’ vertelt Tosch aan het publiek in de rondvaartboot. Wilhelmina’s ouders woonden op de plantage De Vriendschap in Guyana, de vroegere Nederlandse kolonie Berbice. ‘Wilhelmina was welgesteld en heeft een goede opleiding gehad. Verder weten we weinig over haar. Ze was van gemengde afkomst. Hoe was het om als donkere vrouw in Amsterdam te wonen? Heeft ze discriminatie ervaren?’
Even verderop in Amsterdam, aan de Binnengasthuisstraat, zat vroeger een veilinghuis. ‘Hier werden plantages, inclusief de tot slaaf gemaakte bewoners, aan de hoogste bieder verkocht,’ zegt Tosch. Een voorbeeld is de ‘capitaale suyker-plantagie De Vrede’ die in 1759 werd aangeboden: ‘1113 akkers, met desselfs Huyzingen, Lootsen, Neger-Wooningen, Suyker Moolen, Kookhuys, Gereedschappen, Slaven (zo Mans als Vrouwen, oude en jonge)’.
‘Tijdens de Gouden Eeuw kende Amsterdam een zwarte gemeenschap van ongeveer 200 personen’
Op een gevel aan de Oudezijds Voorburgwal is een reliëf te zien van admiraal Cornelis Tromp (1629-1691), met aan zijn zijde een zwart kind. Wie de jongen was, is onbekend. ‘Ik heb hem een naam gegeven: Morris, vertelt Tosch. ‘Móórris, Móóóórris’ klinkt het dan zangerig over de grachten. ‘Wie waren je ouders, waar droomde jij over, Morris?’
Regelmatig werden tot slaaf gemaakt en als bedienden meegenomen naar Amsterdam. ‘Tijdens de Gouden Eeuw kende Amsterdam een zwarte gemeenschap van ongeveer 200 personen, veelal zeelieden afkomstig uit Afrika, Brazilië en de Caraïben,’ vertelt Tosch. Zij woonden aan de rand van de stad, in de buurt van de huidige Jodenbreestraat. De schilder Rembrandt woonde er ook en schilderde het portret van twee broers, bekend als ‘Twee Moren.’
Emerging Memory legt ook verbanden met het heden. Er is een hilarische scène, waarin een actrice – eveneens in een Delfts blauwe, Afrikaanse outfit – van een rijke zeventiende-eeuwse dame in een schreeuwende PVV-aanhangster verandert: ‘Blijf van onze tradities af, Zwarte Piet moet zwart blijven,’ roept ze steeds woedender vanaf de kade naar de rondvaartboot.
‘Hoe gaan we nu verder?’
De voorstelling wordt afgesloten met een lied en een korte toespraak over eindelijk thuiskomen en het belang van herinneren. ‘De slavernij heeft deze stad rijkdom gebracht. De huid van de slaven was niet zwart, maar van goud.’ Een toevallige voorbijganger begint luid te applaudisseren. Hij heet Kwasi en komt uit Afrika, vertelt hij in het Engels. Waarom reageert hij zo enthousiast? ‘We mogen de slavernij niet vergeten, want het kan zo opnieuw gebeuren’. Er wordt geknikt.
‘We mogen de slavernij niet vergeten, want het kan zo opnieuw gebeuren’
Elva, een bezoekster op leeftijd, rust uit op een bankje in de schaduw. Ze gaat vaak naar lezingen over de koloniale tijd en heeft geen nieuwe dingen gehoord, vertelt ze. Is zij als zwarte vrouw geraakt door de voorstelling? ‘Nee, mijn betovergrootmoeder was een slavin, mijn moeder en grootmoeder hebben vaak over die tijd verteld.’ Elva wijst naar de grote groep Afro-Amerikanen die de voorstelling heeft bijgewoond. ‘Ik denk dat het voor hen anders is, in Amerika leeft dit onderwerp veel meer.’ Tosch – die uit New York komt, maar Surinaamse ouders heeft – denkt van niet. ‘Ook in Nederland is er racisme en hebben zwarte mensen minder kansen.’
Vorige week werd de uitkomst gepresenteerd van een grootschalig onderzoek naar de opbrengst van de slavenhandel voor Nederland. Die bleek veel groter dan gedacht: in 1770 was 5,2 procent van het bruto binnenlands product afkomstig terug te voeren op slavenarbeid. Ook maakte de gemeente van Amsterdam bekend in 2020 excuses te willen aanbieden voor de slavernij. Wat vindt Tosch hiervan? ‘Ik ben sceptisch en optimistisch tegelijkertijd. Het is een overheidsorganisatie die excuses aanbiedt. Dat is iets anders dan dat Nederlanders eindelijk begrijpen welke impact slavernij nog steeds op mensen heeft. Het is een eerste stap. Hoe gaan we nu verder? Hoe creëren we een inclusieve samenleving, met gelijke kansen voor iedereen? Daar moeten we over nadenken.’
Emerging Memory is nog te zien tot en met donderdag 4 juli.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!