De dansvoorstelling ‘Smokkelthee’ gaat over ongelijkheid en de uitdagingen waar Turkije voor staat. Vandaag is de première in Amsterdam. De Kanttekening spreekt met de Turkse kunstenaar Fatih Genckal, een van de twee makers van de voorstelling.
In het teaserfilmpje van de dansvoorstelling zien we de twee korte, kalende mannen naar elkaar toelopen, begeleidt door de elektronische saz (een populair snaarinstrument onder Koerden en Turken). Ze kijken vervolgens het publiek uitdagend aan en schenken een kopje thee in. De EU-vlag aan de muur valt op, naast de piano, een martial arts beoefenaar en een verward kijkende vrouw, een balletdanseres misschien?Tel daarbij de onderbroken dansjes van de halay en Braziliaanse capoera op, en het blijft een vaag geheel waar men toch naar blijft kijken. Turken en Koerden die hun vleugels naar de wereld uitwerpen? Waar gaat dit over?
Genckal maakte ‘Smokkelthee’ met zijn Koerdische collega Mustafa Zeren. De Engelstalige dansvoorstelling ‘Smokkelthee’ is op 8 september voor het eerst te zien op het Amsterdamse Fringe Festival (AFF). ‘Smokkelthee is een fascinerende verkenning van een creatieve samenwerking te midden van het complexe socio-politieke landschap van Turkije’, staat op de website van het festival. OK, klinkt interessant.
‘In deze betoverende kroniek begint het Turks-Koerdische duo aan een buitengewone reis van creatieve samenwerking, waarbij ze de structurele ongelijkheden en economische uitdagingen in hun thuisland Turkije trotseren’, meldt AFF vervolgens.
Fatih Genckal vertelt over de praktische betekenis van die ongelijkheden en uitdagingen.
Hoe uniek is jullie Koerdisch-Turkse samenwerking in de kunstwereld?
‘Ik kan voornamelijk spreken voor de podiumkunsten in Turkije. Daar probeer ik bewustzijn te creëren: Wat maken we? Hoe? Waarom? En met wie? Die vragen probeer ik in deze voorstelling te beantwoorden vanuit een persoonlijk invalshoek. Bij dit soort samenwerkingen stuit je al snel op structurele belemmeringen en ongelijkheden die we ervaren, maar meestal verkiezen te negeren om te kunnen blijven werken. Toen Mustafa en ik aan deze reis begonnen, waren we ons vaag bewust van een aantal van die ongelijkheden die er in Turkije zijn, maar gaandeweg kwamen we er meer tegen en probeerden we een manier te ontwikkelen om dit met mensen te delen in ons stuk.’
Das best vaag nog, waarom hebben jullie deze voorstelling gemaakt?
‘In het begin was ik erg geïntrigeerd door Mustafa als performer en als persoon. Ik wilde samen met hem laten zien hoe je een hedendaags dansstuk maakt in de huidige omstandigheden van Turkije. Dat is interessant vanwege de verschillende opvoedingen die we hebben gehad, de inspiraties en dromen en de sociale en politieke fundamenten die daaraan ten grondslag liggen. In wezen geven we een artistieke lezing van de kunstscène en van de culturele ervaringen en praktijken in Turkije. En we doen dit aan de hand van onze eigen ervaringen.’
OK, wat zijn concreet de grootste moeilijkheden bij een samenwerking tussen een Turk en een Koerd in Turkije?
‘Ik geloof niet dat er zichtbare belemmeringen zijn, maar het zijn vooral structurele kwesties die samenwerking moeilijk maken. Wat ik bedoel te zeggen is: meestal komt het niet eens in Turken en Koerden op om op deze manier samen te werken omdat ze vrezen dat het misschien te duur is of te veel moeite kost, of omdat ze nog niet eerder met iemand van de ‘andere’ gemeenschap hebben samengewerkt, of omdat ze niet geïnteresseerd zijn om op deze manier samen te werken. Die manier van denken komt niet zomaar uit de lucht vallen. In Turkije zijn hiervoor veelomvattende politieke en economische verklaringen, waarvan ik vind dat het niet mijn plek is om die als kunstenaar te bediscussiëren. Wij stellen, hoe vaag dan ook, onszelf basisvragen over waarom we doen wat we doen.’
Wat zijn de belangrijkste factoren bij het creëren van een omgeving voor een gelijkwaardig gesprek?
‘Een gelijkwaardig gesprek is een vrij sterk en ambitieus doel. Dat is op dit moment misschien nog niet eens wat we nodig hebben. We hopen echt vanaf nul te beginnen en te kijken naar het gesprek dat we op dit moment kunnen voeren. Wat we in dit stuk doen, is aan de hand van onze ervaringen samen de fijne kneepjes en valkuilen verkennen. Een beetje oriënteren dus. Onderweg onthullen we onze blinde vlekken en kwetsbaarheden en laten we de grotere, meer structurele problemen zien die ons ertoe aanzetten ons zo te gedragen.’
Kun je voorbeelden geven van deze structurele problemen die je opgelost wilt zien?
‘Er is traditioneel in Turkije weinig overheidsfinanciering voor de kunsten, zelfs voor kunstinstellingen. In de huidige politieke en economische omstandigheden wordt dit alleen maar erger en worden vooral onafhankelijke kunstenaars steeds meer gemarginaliseerd. Voor onafhankelijke podiumkunstenaars wordt het elke dag moeilijker om controversiële onderwerpen aan te pakken of om te werken met vormen die buiten de Turkse mainstream vallen – niet alleen vanwege de politieke druk, maar ook vanwege de economische levensvatbaarheid.’
Hoe zit het met de Turkse en Koerdische kunstscene in Nederland? Kampt die met soortgelijke problemen, of is er meer ontspannenheid in hoe Koerden en Turken met elkaar omgaan en met elkaar samenwerken?
‘Ik heb de kunstscene in Nederland nog niet meegemaakt. Ik ben benieuwd hoe mensen het stuk hier zullen ontvangen – zowel in de Turkse en de Koerdische gemeenschap, als in de Nederlandse gemeenschap.’
Hoe zit het met Nederland in het algemeen? Wat is goed, wat kan beter?
‘Tot nu toe lijken Nederlandse mensen het stuk te zien als een statement over de Turks-Koerdische relaties. Maar ik geloof dat het daarnaast ook iets zegt over wat het betekent om vandaag de dag een kunstenaar te zijn en hoe het is om hedendaagse dans te creëren in Turkije en daarbuiten. Ik zou graag willen dat we dit aspect, dat volgens mij een universeel publiek aanspreekt, niet missen.’
Wat zegt het jullie dat mensen het stuk graag willen zien als een statement over de Turks-Koerdische betrekkingen?
‘Enerzijds is ons stuk diep verankerd in de Turkse context. Aan de andere kant gaat het over universele vragen over de aard van interculturele samenwerking, wat hedendaagse kunst voor mensen betekent en hoe we als kunstenaars overleven. Als het werk naar het buitenland gaat, bestaat het risico dat het alleen wordt gezien als een statement over een lokale context. Dat is normaal, want mensen lezen slechts een alinea en zien een paar foto’s. Het wordt onze eerste buitenlandse show in Amsterdam – onze Europese première – en we zijn benieuwd hoe mensen op de show zullen reageren.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!