Suikerklontjes

Beeld: Pixabay/Aalmeidah

‘Gecondoleerd, sterkte.’ Dat is zowat het enige dat ik weet over de omgang met naasten van een Nederlandse overledene. Het zal wel iets met het calvinisme te maken hebben. Ook de rouw wordt bescheiden gehouden. Begrafenissen zijn in besloten kring. Alleen als je uitgenodigd bent ga je naar de begrafenis.

Bij ons gaat dat anders. Bij het vernemen van het overlijden ga je als je de overledene of naasten wat van nabij kent naar hun huis. Het huis raakt dan al snel vol. Of een moskee in de buurt wordt dan omgedoopt tot rouwlocatie, of een buurtcafé dat afgehuurd wordt , of er wordt een tent voor het huis geplaatst.

De begrafenis is veelal na het eerstvolgende middaggebed in de moskee waar de overledene een band mee had. Het stoffelijk overschot wordt vlak na overlijden opgehaald door mensen van het begrafenisfonds. Voor de dienst doen ze samen met directe familieleden de rituele wassing en wikkelen ze de overledene in een wit gewaad. Zo wordt de overledene naar het middaggebed gebracht. Als formaliteiten dat niet toelaten schuift het proces naar de volgende dag.

De begrafenis is veelal na het eerstvolgende middaggebed

De gesloten kist wordt voor de moskee geplaatst. Mensen sluiten zich daarachter aan. De imam houdt voor de moskee een korte preek over de vergankelijkheid van het leven en er volgt een korte gezamenlijke gebedsdienst. De kist wordt op de schouders genomen. Iedereen probeert mee te helpen met dragen. De kist wordt in de begrafenisauto geplaatst en naar de begraafplaats gebracht of naar het moederland gevlogen om daar begraven te worden.

Na de begrafenis wordt er nog tot drie dagen gerouwd bij het huis van de overledene. Iedereen die ook maar enigszins een band met de familie heeft, legt een bezoek af. Na deze officiële rouw volgen de bezoeken van bekenden die verder weg wonen of die dan verhinderd zijn. Dat proces kan tot enkele maanden duren.

Ik kan me herinneren dat bij het overlijden van mijn opa er veel bezoek naar mijn ouderlijk huis kwam. Streekgenoten brachten een tas mee met twee pakjes suikerklontjes en twee pakjes thee. Lange jaren heb ik dit niet begrepen. Nu zie ik het wel. Voor Europa haar poorten voor onze streek opende was er armoede. Thee en suiker waren nodig om zoveel gasten te kunnen ontvangen. Dit ritueel hadden mijn goedgelovige streekgenoten naar Nederland meegenomen.