De tijd is rijp om de naam van de Atatürkstraat in Rotterdam te veranderen. Dat stelt de Federatie Armeense Organisaties Nederland.
Hoewel een motie van Denk om onderzoek te doen naar ‘foute’ straatnamen is verworpen, komt het onderwerp alsnog op de agenda van de Rotterdamse gemeenteraad. Meerdere partijen willen nu een debat over ‘foute helden’. De Federatie Armeense Organisaties Nederland (FAON) heeft laten weten dat ook de Atatürkstraat kritisch onder de loep moet worden genomen, aldus AD Rotterdam.
Atatürk, die in 1923 het moderne Turkije stichtte, voerde een nationalistisch beleid van turkificering in. Minderheden als Armeniërs en Koerden moesten verplicht hun naam verturksen en mochten alleen nog maar Turks spreken.
‘Velen in de Armeense gemeenschap, die afkomstig zijn uit Turkije, hebben het daar nog altijd héél moeilijk mee’, stelt de FAON. ‘Haat tegen Armeniërs is een hardnekkig en kwalijk verschijnsel onder nationalistische, maar ook gematigde Turken. Wij gaan niet over straatnamen, maar een Atatürkstraat lijkt ons duidelijk ongewenst.’
Atatürk noemde de Armeense Genocide een ‘schandelijke daad’, maar heeft de verantwoordelijken nooit gestraft. Turkse ambtenaren die bij de genocide betrokken waren kregen hoge posities in Atatürks nieuwe Turkije.
Ook noemde Atatürk de massaslachting op Armeniërs in 1919 ‘het gevolg van brute afsplitsingspolitiek die zij gevolgd hebben.’ Volgens FAON is dit een onjuiste bewering, waarmee Atatürk de Armeniërs zelf de schuld probeerde te geven.
Bovendien zorgde Atatürk ervoor dat de Armeniërs die de genocide hadden overleefd niet meer naar hun huizen terug mochten. Hun bezittingen waren definitief geconfisqueerd.
Aan het eind van Atatürks regeerperiode, in 1937-1938, legde het Turkse leger een slachting aan in de zuidoostelijke streek Dersim. Daarbij kwamen tienduizenden Koerden en geïslamiseerde Armeniërs om. FAON: ‘Zelfs Erdogan, zelf toch ook geen heilige, heeft daarvoor in 2011 zijn verontschuldigingen aangeboden.’