6.3 C
Amsterdam

Beatrice de Graaf: Kinderbescherming moet radicalisering in informeel onderwijs aanpakken

Lees meer

Volgens terrorisme-expert Beatrice de Graaf is niet de Onderwijsinspectie, maar de Raad voor de Kinderbescherming de juiste instantie om radicalisering in het informeel onderwijs aan te pakken.

Dit stelde zij afgelopen maandag tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer over de Wet toezicht informeel onderwijs, georganiseerd door ChristenUnie, SGP en CDA. Staatssecretaris Mariëlle Paul van Onderwijs werkt aan een wetsvoorstel dat de Onderwijsinspectie toezicht moet geven op alle vormen van informeel onderwijs, van kerkelijk jeugdwerk tot scouting.

De Graaf pleit ervoor dat de controles zich uitsluitend richten op radicaliseringshaarden, om te voorkomen dat het hele informele onderwijs verdacht wordt gemaakt. Ze erkent dat er radicaliserende en antidemocratische tendensen bestaan, maar stelt dat informeel onderwijs geen brandhaard van radicalisering is.

Volgens De Graaf is de Onderwijsinspectie niet geschikt voor deze taak: ‘Het is alsof je een wijkagent gaat inzetten bij een antiterreuractie. Dat doe je niet.’ De Raad voor de Kinderbescherming heeft de bevoegdheid om onderzoeken te starten wanneer het welzijn van kinderen in gevaar komt en zou daarom een betere keuze zijn. Andere sprekers tijdens de hoorzitting, waaronder hoogleraren Paul Frissen, Sophie van Bijsterveld en Renée van Schoonhoven, steunden dit voorstel.

De sprekers waren ook kritisch op de voorgestelde wet, die volgens hen eenvoudig kan worden omzeild door informeel onderwijs in privéwoningen of tijdens erediensten te organiseren. Frissen zei dat het kabinet gewoon moet erkennen dat de voorgestelde wet als oogmerk heeft om islamitische weekendscholen aan te pakken. Jaap Smit, voorzitter van het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO), beaamde dit. Hij zei dat in de islamitische gemeenschap te weinig ruimte is voor kritiek. Toen een groep conservatieve christenen met de omstreden Nashvilleverklaring kwam, die tegen LGBTQIA+ en de zogenoemde ‘genderideologie’ is, hadden progressieve christenen daar flinke kritiek op.

Er was een PVV-Kamerlid aanwezig op de hoorzitting. Nico van Uppelschoten stelde dat de overheid moet kunnen ingrijpen wanneer er aanwijzingen zijn dat mannen en vrouwen ongelijk worden behandeld. Beatrice de Graaf verduidelijkte dat het erkennen van verschillen tussen mannen en vrouwen op zichzelf niet in strijd is met de rechtsorde. Dat verandert echter wanneer het gaat om zaken als vrouwenhaat en eerwraak.

- Advertentie -