Ondanks een negatief besluit van het constitutionele hof is Erdogan doorgegaan met de bouw van zijn nieuwe paleis. Dat meldt oppositiepoliticus Veysi Uyanik op Twitter.
Uyanik is voorzitter van de provinciale afdeling van de links-seculiere oppositiepartij CHP in de oostelijke provincie Bitlis. In deze provincie, in de oude stad Ahlat aan het Van-meer, zou het nieuwe paleis voor de Turkse president Recep Tayyip Erdogan worden gebouwd.
Ahlat wordt beschouwd als een openluchtmuseum: er zijn veel sporen te vinden van de Seltsjoeken, de Turkse stam die in de elfde eeuw Anatolië veroverde. Ahlat was tijdelijk hun hoofdstad en wordt gezien als de eerste grote Turkse stad in Anatolië. Erdogan is een groot bewonderaar van het Ottomaanse en Seltsjoekse verleden van Turkije, en kent deze geschiedenis maar al te goed.
Begin 2019 kondigde Erdogan aan dat hij in Ahlat een nieuw paleis wilde bouwen. Het Turkse constitutionele hof verbood de bouw vorige zomer omdat de kust van Ahlat publiek bezit is, waar niet voor privédoeleinden gebouwd mag worden. Toen al liet Erdogan al doorschemeren zich hier niet zoveel van aan te zullen trekken.
Het in 2014 voltooide presidentiële paleis van Erdogan in Ankara was ook omstreden. Dit, vanwege het grote budget, de dure interieurs, de meer dan duizend kamers en het luxe ontwerp, evenals het kappen van bomen in de buurt. Toen Erdogan in 2014 het paleis betrok, waren de kosten opgelopen tot meer dan 233 miljoen Euro – twee keer zo veel als begroot.