Gisteren ging het proces tegen de Syrische arts Alaa M. (36) in Duitsland van start. Hij wordt verdacht van het martelen van tegenstanders van het Assad-regime in militaire ziekenhuizen en een detentiecentrum van de Syrische geheime dienst in 2011 en 2012.
Het gaat onder meer om ‘het verbranden van genitaliën’ en ‘het schoppen van gebroken armen en benen van gevangen’. Hij zou een van zijn gevangenen hebben vermoord.
Alaa M. arriveerde in Duitsland in 2015 en werkte als dokter in de stad Kassel, totdat hij in juni 2020 werd gearresteerd. Sindsdien zit hij gevangen.
‘In het afgelopen decennium is een grote hoeveelheid aan bewijs van misdaden in Syrië verzameld, en nu, zoals deze zaak in Frankfurt laat zien, worden de vruchten van die inspanningen nu eindelijk geplukt’, zegt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch over deze zaak. Een uitspraak wordt later dit jaar verwacht.
De berechting in Duitsland is mogelijk omdat Duitse wetten de universele jurisdictie van de meest ernstige misdaden onder het internationaal recht erkennen Hierdoor is de vervolging van deze misdaden in Duitsland mogelijk, ongeacht de plaats van misdaad en de nationaliteit van de verdachten.
Onlangs veroordeelde het Duitse hof Anwar R., een oud-kolonel van het Syrische regime, levenslang voor misdaden tegen de menselijkheid.
