Verkeersboetes groeien elk jaar mee met de inflatie, maar vorig jaar stegen ze onevenredig om de staatskas te spekken. Toenmalig minister van Justitie, Dilan Yesilgöz, negeerde daarbij het advies van de Raad van State, schrijft econoom Merel van Rooy.
Van Rooy is auteur van het boek De Boetefabriek en strijdt al langer voor sociale verkeersboetes. Op haar blog schrijft ze vandaag over de merkwaardige reactie van Yesilgöz op het advies van de Raad van State, dat werd ontdekt door journalisten van Verkeersrecht. Hierbij gaan ze in op de forse verhoging van verkeersboetes in 2024.
Yesilgöz liet de boetes niet alleen meestijgen met de inflatie, maar deed er nog 4,3 procent bovenop voor de schatkist, aldus Van Rooy. ‘De Raad van State maakte korte metten met die motivatie in haar advies; boetes verhogen mag alleen voor verkeersveiligheid, niet voor de begroting. Yesilgöz had geen boodschap aan het advies. Niet alleen legde ze het naast zich neer (dat is traditie), maar ze beweerde dat de Raad van State niet zei dat het niet mocht. De woorden van de Raad van State negeren én verdraaien. Ik vind het schokkend.’
De hoge verkeersboetes zorgen er in veel gevallen voor dat mensen in de schulden raken, waardoor het te betalen bedrag nog hoger wordt. Van Rooy maakt een vergelijking met de boekhoudersmentaliteit bij de toeslagenaffaire. ‘Boetes lopen razendsnel op, wat geld in het laatje brengt, maar ook honderdduizenden in de schulden stort.’
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het aantal mensen met een betalingsachterstand bij het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) vorig jaar toegenomen met 10 procent, na een jarenlange daling. Hoewel dit niet alleen verkeersboetes betreft, geeft het een trend weer die niet wenselijk is, zo schrijft Van Rooy. Het gaat immers om het bevorderen van de verkeersveiligheid, terwijl er nu mensen zijn die twee jaar doen over het betalen van een verkeersboete, of zelfs in de gevangenis belanden vanwege het niet kunnen betalen ervan.
