De Turkse president Erdogan zei gisteren dat de Westerse landen niet willen erkennen dat ‘de Turkse diaspora sterker wordt’. Dit meldt het Turkse staatspersbureau Anadolu.
‘Natuurlijk wekt deze situatie hoop bij ons, maar het wordt een nachtmerrie voor anderen’, zei hij tijdens een toespraak in Istanbul. ‘Degenen die nog steeds proberen Europese Turken in de nauwe patronen van de jaren zestig te persen, willen de realiteit van een groeiende en versterkende diaspora niet accepteren.’
De president doelde hier onder meer op de Franse ‘anti-separatismewet’. Dat is een wetsvoorstel van de regering-Macron om de radicale islam en ‘ongewenste buitenlandse invloed’ aan te pakken. Veel moslims, Erdogan voorop, vinden het Franse beleid ‘islamofoob’.
‘Islamofobie is een van de belangrijkste instrumenten geworden voor westerse politici om hun falen te verdoezelen’, zei Erdogan ook. Volgens hem nemen nu ook media, academici, schrijvers en ministers hun toevlucht tot de ‘populistische methode’. Ook niet-Turkse moslims en andere niet-westerse minderheden zijn slachtoffer van deze ‘racistische golf’, benadrukte de president.
‘Ook al zijn de statistieken slechts het topje van de ijsberg, zij tonen duidelijk aan dat het cultureel racisme in Europa toeneemt. Het aantal haatmisdrijven is het afgelopen jaar verdubbeld ten opzichte van de jaren daarvoor’, aldus Erdogan.
De Turkse president onderstreepte dat de rechten van moslimvrouwen zowel in de openbare als in de privésfeer in Europa worden geschonden. Volgens de president beperken veel Europese landen de werkgelegenheid, het sociale leven en de onderwijsmogelijkheden voor vrouwen die een hoofddoek dragen. In Frankrijk mogen meisjes op school geen hoofddoek dragen.