Vrouwenrechtenactivist Jolande Withuis raakt maar niet uitgepraat over moslima’s met een hoofddoek. Ook haar laatste Volkskrant-column ging daarover. Dit keer had ze het gemunt op de nummer twee van GroenLinks-PvdA: Esmah Lahlah.
Volgens Withuis geeft links de voorkeur aan gelovige moslims boven ex-moslims. Hirsi Ali moest vertrekken bij de VVD en Gül zou volgens haar naar De Telegraaf zijn overgestapt omdat ze zich bij Het Parool te beperkt voelde.
Het ontbreken van ‘linkse islamkritiek’ zou volgens Withuis ook bijdragen aan de groei van extreemrechts. Daarna richt de vrouwenrechtenactivist haar pijlen op GroenLinks-PvdA-Kamerlid Esmah Lahlah, die ze overigens niet bij naam noemt.
‘In plaats van heldinnen te steunen die zich met pijn en moeite losmaken van dit seksistische voorschrift (het dragen van een hijab, red.), zet GroenLinks-PvdA een moslima met compleet bedekt kapsel als topvrouw op de lijst voor de Tweede Kamer. Een klap in het gezicht van wie haar haar in de wind wil laten waaien’, schrijft Withuis over Lahlah die ze hiermee reduceert tot een vrouw met een hoofddoek. Esmah Lahlah heeft een indrukwekkende carrière. Zo was ze tot de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 wethouder bestaanszekerheid en kansengelijkheid in Tilburg en docent en opleidingsdirecteur aan Tilburg University.
Op LinkedIn reageert Lahlah dan ook op de islamofobe column van Withuis. ‘Vrijheid verdient beter dan dit goedkope frame’, is de titel van haar reactie.
‘Er is iets opmerkelijks aan hoe we in Nederland praten over vrouwen die breken met hun gemeenschap, en vrouwen die die gemeenschap een nieuwe vorm willen geven’, begint Lahlah en vervolgt: ‘Zodra het over moslims gaat, verdwijnen echte mensen uit beeld en verschijnen er typetjes: de afvallige als heldin, de dissident als icoon, de moslima met hijab als wandelend bewijsstuk van onderdrukking. Het is een narratief dat al zó lang wordt herhaald dat sommigen het zijn gaan zien als waarheid. Maar het blijft theater. Theater dat anderen schrijven, met vrouwen als rekwisieten.’
In de Volkskrant worden moslima’s met een hoofddoek al langer tot een onderdrukte vrouw gereduceerd. In het onderzoek Moslims in Nederlandse kranten analyseerde historicus en journalist Tayfun Balcik onder meer een interview met Jolande Withuis uit 2018, waarin ze onder andere het volgende zei:
‘Ik wilde laten zien hoe ideologie aardige mensen aanzet tot verschrikkelijke dingen. Dat vind ik met de islam ook. De meeste moslims zijn vast aardig, maar hun geloof roept op tot narigheid. Ik zie een generatie opgroeien tot salafisten, kinderen die nog vromer willen zijn dan hun ouders. Daar zie ik mezelf in terug. Ga toch alsjeblieft een fijn leven leiden, geniet van muziek en laat je haren in de wind wapperen!’, zei de sociologe toen.
De onderzoekers van Moslims in Nederlandse kranten typeerden destijds vier actieve frames in de ontboezingen van Withuis over de islam en moslims.
- De islam als ‘ideologie’ en niet als godsdienst.
- De kunstmatig aandoende scheiding tussen ‘(vast) aardige moslims’ en ‘hun geloof’, dat onder meer door Geert Wilders steevast wordt herhaald.
- De gemakkelijke stap van islam en moslims naar salafisme.
- De afkeer tegen de moslima met hoofddoek. ‘Laat je haren in de wind wapperen!’ (in haar Volkskrant-column dus weer expliciet herhaald: ‘Een klap in het gezicht van wie haar haar in de wind wil laten waaien’.


