Eurocommissaris Magnus Brunner voor Migratie mocht Oost-Libië dinsdag niet in. Hij was onderweg om de internationaal niet erkende regering te ontmoeten om het te hebben over de migratiedeal.
Ironisch genoeg kreeg de politicus zelf te maken met de migratiedienst. En niet alleen hij; de hele delegatie, bestaande uit ministers uit Italië, Malta en Griekenland, werd de toegang geweigerd toen ze aankwamen op de luchthaven van Benghazi. Ze waren namelijk tot persona non grata verklaard, schrijft NRC.
Het is tot nu toe onduidelijk waarom de delegatie niet welkom was. Volgens de Oost-Libische regering was er sprake van een ‘flagrante schending van diplomatieke normen’ en het ‘niet respecteren van de Libische nationale soevereiniteit’.
De regering van Haftar wordt internationaal niet erkend, in tegenstelling tot de regering van Abdul Hamid Dbeibah in het Westen. Daar was de delegatie eerder op bezoek, met als doel de migratiedeal te bespreken.
De EU heeft een migratiedeal met Libië, waarbij het land euro’s ontvangt voor de opvang van vluchtelingen, zodat zij niet naar de EU komen. Desondanks komen er steeds meer mensen via deze route naar Europa.
De migratiedeal wordt overigens veel bekritiseerd. De opvang in Libië zou niet voldoen aan Europese normen. Daarnaast wordt aangenomen dat smokkelaars die vluchtelingen naar Europa helpen, nauw betrokken zijn bij de autoriteiten. Die zouden van twee walletjes eten.