Éric Zemmour, de uiterst rechtse polemist die een gooi doet naar het Franse presidentschap, is opnieuw aangeklaagd voor een van zijn uitspraken.
Deze keer is de klacht ingediend door zes homorechtengroepen. Zij beweren dat Zemmour in zijn laatste boek (2021) ontkent dat homoseksuelen werden opgepakt en gedeporteerd tijdens de nazi-bezetting van Frankrijk.
Een dergelijke bewering ‘verdraait de geschiedenis om de homofobe standpunten van [Zemmour] te ondersteunen’, aldus de homoverenigingen.
Volgens Zemmour slaan zij de plank mis. Het gaat hier niet gaat om een uitspraak van Zemmour, maar om een citaat van een andere Franse politicus dat is opgeschreven door Zemmour. Zemmour ziet de aanklacht als een poging om hem zwart te maken, vlak voor de eerste stemronde van de Franse presidentsverkiezingen op 10 april.
Het is maar zeer de vraag of Zemmour die eerste ronde gaat overleven. Volgens de laatste peiling staat Zemmour met 13 procent van de stemmen op de derde plek, na zittend president Emmanuel Macron (29 procent) en de rechts-radicale Marine Le Pen (16 procent). Alleen de eerste twee gaan door.
In 2020 beweerde Zemmour tijdens een tv-debat dat maarschalk Philippe Pétain de Franse Joden had gered. Pétain stond tijdens de Tweede Wereldoorlog aan het hoofd van het Zuidelijke Vichy-Frankrijk, dat met de nazi’s collaboreerde.
