Vanuit de gevangenis heeft journalist, schrijver en gewetensgevangene Ahmet Altan (70) een nieuwe brief geschreven. Hierin steekt hij de mensen die zich zorgen maken over hem en over het coronavirus een hart onder de riem.
Altans brief is naar buiten gesmokkeld en werd gisteren gepubliceerd door the Washington Post. Hij vertelt daarin dat hij snapt dat mensen zich grote zorgen over hem maken. Gevangenen lopen een grote kans om met het coronavirus besmet te raken. Bovendien is hij een oude man. Toch kiest hij ervoor om optimistisch te blijven.
‘Ik ben me bewust van de verschrikkingen die iedereen meemaakt. Net als miljarden antilopen die een rivier vol krokodillen moesten oversteken, worstelen we waanzinnig om in leven te blijven en de overkant te bereiken’, schrijft Altan. ‘De oversteek is een hel. Maar over een paar maanden is deze ramp voorbij en komt de mensheid in een nieuw tijdperk.’
Volgens Altan heeft de coronacrisis laten zien dat de natiestaat ten dode is opgeschreven. ‘Staten voorkomen menselijke vooruitgang. De pandemie liep uit de hand door de blunders van staten en hun bestuurders, uit hebzucht naar macht.’
Altan beschouwt zichzelf niet als een naïeve utopist, maar verwacht wel een betere en een internationalere wereld, waarin de mensen meer met elkaar verbonden zijn. De wereldgeschiedenis heeft volgens hem laten zien dat er helaas rampen voor nodig zijn om tot een nieuw en beter evenwicht te komen.
Hij wil dat wij niet al te erg inzitten over zijn eigen lot – dat doet hij namelijk zelf ook niet, zegt hij – en vergelijkt zichzelf met een rotte, stervende radijs.
‘In november kregen we tijdens de lunch een radijs bij onze maaltijden. Mijn celgenoot deed die radijs in een kartonnen beker en liet die naast de ijzeren staven bij het raam staan. De radijs begon te rotten. Onlangs is er een groene spruit uit voortgekomen. Hij groeide en groeide. Kleine witte bloemen bloeiden aan het einde van de spruit. Elke ochtend sta ik op en kijk naar die bloemen. Ik ben getuige van dat grote cliché: de radijs sterft en wordt tegelijkertijd levend. Een ellendige radijs creëert bloemen uit zijn eigen verval. Zonder zijn optimisme op te geven, reikt hij naar de toekomst terwijl hij sterft.’
Ahmet Altan werd in september 2016 voor het eerst opgepakt. Hij werd ervan beschuldigd via ‘subliminale boodschappen’ de coupplegers van 15 juli 2016 te hebben aangezet tot hun daad.
Eind vorig jaar kreeg Altan ruim tien jaar cel omdat hij in zijn publicaties ‘hulp aan een terroristische groepering’ zou bieden, waarmee de coupplegers bedoeld worden. Over zijn verblijf in de gevangenis schreef Altan het boek Ik zal de wereld nooit meer zien.