De Indiase politie heeft dit weekend mensenrechtenactiviste Teesta Setalvad gearresteerd. Setalvad voert actie tegen anti-moslimgeweld en voor de slachtoffers van de anti-islamitische pogroms in 2002.
Setalvad werd in haar huis in Mumbai gearresteerd. Dit gebeurde enkele uren nadat de Indiase minister van Binnenlandse Zaken haar ervan beschuldigde desinformatie te hebben gegeven aan de politie over de dodelijke anti-moslimpogroms in de deelstaat Gujarat van 2002.
Toen vielen daar tussen de duizend en tweeduizend doden – vooral moslims – bij rellen tussen moslims en radicale hindoes. De Indiase premier Narendra Modi van de hindoe-nationalistische partij BJP was toen eerste minister van Gujarat.
Het Indiase Hooggerechtshof sprak vrijdag Modi vrij van medeplichtigheid aan de pogroms. Setalvad, die zich inzette voor de slachtoffers van anti-islamitisch geweld, wordt er nu van beschuldigd bewijs te hebben vervalst en verzonnen.
Behalve Setalvad hebben de Indiase autoriteiten ook een voormalige politiechef gearresteerd, die betrokken zou zijn bij het vervalsen van bewijs.
Critici zien de uitspraak van het Indiase Hooggerechtshof als afschrikmiddel richting mensenrechtenactivisten om verzoekschriften in te dienen voor slachtoffers van geweld.
Amnesty India is woedend over de arrestaties: ‘Het is onaanvaardbaar om mensenrechtenactivisten tot doelwit te maken vanwege hun legitieme mensenrechtenwerk.’
Ook Mary Lawlor, speciaal VN-rapporteur voor mensenrechtenverdedigers roept India op tot vrijlating: ‘Teesta is een sterke stem tegen haat en discriminatie. Het verdedigen van de mensenrechten is geen misdaad.’
