14.7 C
Amsterdam

Indonesische verzetsstrijders worden opnieuw geëerd op 4 mei

Lees meer

Voor het eerst sinds 1953 zal er op 4 mei tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Dam weer een krans worden gelegd ter nagedachtenis aan Indonesische verzetsstrijders.

Een van deze verzetsstrijders was de vader van Iwan Faiman, bericht NH Nieuws. Slamet Faiman hielp onder meer Joden onderduiken en hield zich bezig met spionageactiviteiten.

Al jaren zet Iwan Faiman zich in om de erkenning van Indonesische verzetsstrijders terug te brengen op de Dam. Dat ze decennialang niet werden herdacht kwam door de spanningen tussen Nederland en Indonesië. Tussen 1945 en 1949 voerde Nederland een bloedige strijd tegen Indonesië, met als doel het eilandenrijk opnieuw te koloniseren na de Japanse bezetting.

Waarom streden Indonesiërs in Nederland in de jaren 1940-1945 tegen de Duitse bezetter? Volgens Iwan is het antwoord op deze vraag simpel: ‘Als ze onafhankelijkheid wilden in Indonesië, moesten ze ervoor zorgen dat Nederland niet fascistisch werd.’

Indonesiërs die tijdens de Duitse bezetting aan Nederlandse zijde hadden gestreden werden in 1953 ons land uitgezet. ‘Dat was het moment waarop veel Indonesiërs zeiden: als Nederland dit kan doen, dan kunnen we niet langer samen herdenken’, zegt Iwan. Maar inmiddels, nu Nederland excuses heeft gemaakt voor het koloniale verleden, leeft het gevoel dat gezamenlijke herdenking weer mogelijk is.

Nationalistische en communistische studenten

Slamet Faiman was lid van Perhimpunan Indonesia, een studentenvereniging voor Indonesische studenten in Nederland. Toen de Duitsers Nederland bezetten besloten veel studenten om in het verzet te gaan. ‘Ze hadden in 1938 in de gaten: als we ons doel willen bereiken, moeten we ervoor zorgen dat Nederland niet fascistisch wordt’, vertelt Iwan. Daarom sloten de studenten zich volgens hem aan bij het verzet, om de democratische idealen te beschermen waarin zij geloofden.

Perhimpunan Indonesia was in 1908 opgericht als de Indische Vereeniging, een studentenvereniging die koos voor gezelligheid en studentikoziteit. Maar na de Eerste Wereldoorlog sloeg de vereniging een activistische, pro-onafhankelijkheidskoers in, mede omdat er steeds meer studenten uit Indonesië lid werden. In 1923 veranderde de vereniging haar naam daarom in Perhimpunan Indonesia, Maleis voor Indonesische Studentenvereniging. Het tijdschrift van PI heette Indonesia Merdeka, onafhankelijk Indonesië, dat ook stiekem naar Indonesië werd gesmokkeld. De studentenvereniging voerde vanaf 1922 ook een rood-witte vlag, die daarna de nationale vlag van Indonesië zou worden.

Het bekendste lid van Perhimpunan Indonesia was zonder twijfel Mohammed Hatta, die op 17 augustus 1945 samen met Soekarno de onafhankelijkheid van Indonesië zou uitroepen. Hatta studeerde aan de Hogeschool van Rotterdam, de latere Erasmus Universiteit. In 1927 werden Hatta en enkele andere studenten gearresteerd en aangeklaagd voor opruiing. In de gevangenis schreef Hatta het later beroemd geworden pamflet Indonesië vrij.

In 1931 veranderde de vereniging weer van karakter. Communistische studenten namen de macht over en veranderden de Perhimpunan Indonesia in een mantelorganisatie van de Communistische Partij Holland. Hatta en andere nationalisten werden geroyeerd. PI-voorzitter Roestem Effendi werd in 1935 als eerste Indonesiër in het Nederlandse parlement verkozen, voor de CPH.

- Advertentie -