0.6 C
Amsterdam

ING discrimineerde vanwege niet-Nederlands klinkende naam

Lees meer

Volgens het College voor de Rechten van de Mens heeft ING Bank zich tot twee maal toe schuldig gemaakt aan indirecte discriminatie. Hierbij werden betalingen van klanten met niet-Nederlands klinkende namen gecontroleerd en geblokkeerd. 

In de eerste zaak blokkeerde ING een transactie omdat de omschrijving de naam van de broer van de klant bevatte, die Arabisch klonk. In de tweede zaak werden betalingen van een vrouw geblokkeerd vanwege de niet-Nederlands klinkende naam van haar echtgenoot. Beide klanten moesten herhaaldelijk persoonlijke informatie verstrekken zonder dat ING hen een bevredigende uitleg gaf.

De bank beriep zich op haar poortwachtersfunctie, om witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen. Hierbij gebruikte ING algoritmen om verdachte namen te identificeren. Hoewel ING stelt dat deze maatregelen noodzakelijk zijn om te voldoen aan de wetgeving, oordeelt het College voor de Rechten van de Mens dat deze screeningsmethoden onevenredig nadelig zijn voor mensen met niet-Nederlands klinkende namen. De werkwijze van ING wordt als indirect onderscheid beschouwd, wat leidt tot discriminatie.

Verder vindt het College voor de Rechten van de Mens dat ING onzorgvuldig is omgegaan met de klachten van de klanten. De bank heeft hen geen duidelijke uitleg gegeven over de reden waarom de rekeningen werden geblokkeerd. Bovendien hebben klanten herhaaldelijk om dezelfde informatie gevraagd.

Inmiddels heeft ING excuses aangeboden. De bank erkent nu dat de communicatie rondom de screening van transacties verbeterd moet worden. Het College voor de Rechten van de Mens benadrukt dat de belangen van klanten met een niet-Nederlandse afkomst onvoldoende serieus zijn genomen. Dit heeft de negatieve impact van deze screeningspraktijken vergroot, aldus het College.

Negen procent van de Nederlanders gelooft in de afgelopen twee jaar te zijn gediscrimineerd door financiële instellingen. Dit percentage ligt aanzienlijk hoger onder mensen met een niet-westerse migratieachtergrond. 32 procent van hen geeft aan discriminatie te vermoeden. Ofschoon steeds meer banken bewuster te lijken worden van bancaire uitsluiting ontbreken op dit moment nog steeds structurele en gerichte maatregelen om deze vorm van institutionele discriminatie te voorkomen.

VPRO-programma Argos besteedde tijdens meerdere uitzendingen aandacht aan het vraagstuk, waaronder afgelopen zaterdag.

- Advertentie -