Het Israëlische leger is vannacht verder Syrië ingetrokken. Honderd Israëlische soldaten vielen het dorp Beit Jinn binnen, slechts 45 kilometer van hoofdstad Damascus. Daarbij werd geschoten op lokale bewoners die hen tegen wilden houden.
De soldaten arresteerden zes mensen uit het dorp tijdens de operatie. Toen lokale bewoners protesteerden tegen de actie, openden ze het vuur. Er was geen directe aanleiding voor de infiltratie, zo melden lokale media.
Beit Jinn is een dorp in het gouvernement Quneitra, een regio ten zuidwesten van Damascus, grenzend aan de door Israël bezette delen van het Golangebergte. Al sinds de val van het Assad-regime breidt het Israëlische leger de bezetting van dit grensgebied steeds verder uit. Beit Jinn bleef tot nu toe buiten bereik.
Het is onduidelijk wat het Israëlische leger wilde bereiken met de inval. Velen zien in de operatie een steeds verder oprukkende legermacht in de regio. Premier Netanyahu liet eerder weten het idee van een Groter Israël niet af te wijzen.
De Israëlische minister van Defensie, Israel Katz, liet weten dat het Israëlische leger voorlopig aanwezig zal blijven op de bezette Hermonberg en in wat hij ‘de veiligheidszone’ noemt, die ‘nodig is om de bewoners van de Golanhoogte en Galilea te beschermen tegen de bedreigingen die het Syrische verleden met zich meebrengt’.
‘Dat is de belangrijkste les die we kunnen trekken uit de gebeurtenissen van 7 oktober. We zullen ook de druzen in Syrië blijven beschermen’, schrijft hij in een post op X. Met dit laatste zinspeelt hij op de ontwikkelingen in Sweida, waar Israël naar eigen zeggen is ingesprongen om de druzen te steunen in een conflict met de regering in Damascus.
De Syrische regering heeft de acties veroordeeld en noemt het een serieuze bedreiging van de regionale vrede, gezien de recente gesprekken die de twee buurlanden hielden over de-escalatie van het conflict in het zuiden van Syrië.