Geert Wilders is het helemaal eens met een analyse van NRC, waarin staat dat de PVV-leider nog steeds volop de vrijheid houdt om te zeggen wat hij wil. Wilders schrijft op X dat hij ‘onversneden en ongecensureerd’ zijn ongezouten mening zal blijven geven.
NRC schrijft dat Wilders geen blad voor de mond hoeft te nemen in de nieuwe politieke constellatie, omdat hij geen minister wordt in het kabinet-Schoof maar de PVV blijft leiden vanuit de Tweede Kamer. Wel de lusten dus, maar niet de lasten. ‘Dat is het onbedoelde gevolg van de keuze voor een extraparlementair kabinet’, aldus de krant.
Vooral op het sociale platform X doet Wilders polariserende uitspraken, aldus NRC. Deze week reageerde de PVV-leider op het intrekken van de uitnodiging aan Kamervoorzitter en PVV-parlementariër Martin Bosma voor de Keti Koti-herdenking op maandag 1 juli in Amsterdam. Bosma was niet welkom, vanwege de opmerkingen die hij in het verleden had gemaakt over ‘anti-blank racisme’ en ‘slavernijgedram’.
Wilders: ‘Ik wil anders maandag wel naar Amsterdam gaan en daar speechen hoor. Ze zullen gaan hunkeren naar onze voorzitter.’ Volgens NRC zitten in dit bericht twee impliciete dreigementen: hij is bereid verder te gaan dan Bosma, en hij is niet van plan gas terug te nemen nu de PVV de grootste regeringspartij wordt. PVV-bewindslieden moeten straks hun extreme ideeën in de ijskast houden, maar Wilders heeft in de Kamer nog immer alle vrijheid om te zeggen wat hij wil. In zijn eigen woorden: onversneden en ongecensureerd.
De positie die Wilders inneemt doet denken aan die van voormalig VVD-leider Frits Bolkestein, die tijdens het eerste paarse kabinet (1994-1998) in de Kamer bleef zitten en regelmatig PvdA-premier Wim Kok het vuur aan de schenen legde, waardoor de VVD in de ogen van de buitenwacht een scherp profiel bleef houden. D66-leider Hans van Mierlo liet zich verleiden om minister van Buitenlandse Zaken te worden, met als gevolg dat D66 als regeringspartij onzichtbaar werd. Hierdoor verloor D66 in 1998 tien zetels, terwijl VVD en PvdA wonnen.
Maar beter nog kan Wilders’ positie vergeleken worden met de katholieke fractievoorzitters Carl Romme, van 1946 tot 1961 leider van de KVP, en Norbert Schmelzer, van 1963 tot 1971 KVP-leider. De KVP was meestal de grootste partij in het parlement, maar Romme noch Schmelzer werd minister-president. De KVP had liever de conservatieve PvdA’er Willem Drees op deze post, of katholieke ‘wegwerppremiers’ als Louis Beel, Jan de Quay, Victor Marijnen en Jo Cals. Die laatste kwam in 1966 ten val tijdens de beroemdste nacht uit de Nederlandse politieke geschiedenis, de befaamde ‘Nacht van Schmelzer’.