Een motie van GroenLinks-PvdA over het respecteren van de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in de Zuid-Afrikaanse genocidezaak tegen Israël heeft het niet gehaald. ‘Dit is toch wel het ultieme dieptepunt als gastland van het ICJ’, schrijft Tweede Kamerlid Kati Piri, die de motie indiende, op sociale media.
Onder andere Nieuw Sociaal Contract, BBB, het CDA en de VVD steunden de motie niet. Don Ceder van de ChristenUnie, die ook tegen de motie stemde, vindt dat het Duitse en Franse ‘voorbeeld’ gevolgd moet worden door Nederland. Deze landen vinden dat ‘de beschuldiging van genocide’ niet als politiek middel ingezet mag worden.
Er is veel kritiek op deze houding. ‘De essentie van de internationale rechtsorde is dat je gerechtelijke uitspraken respecteert, ook als de kwestie politiek gevoelig ligt. Dat uitgangspunt mag je verwachten van een regering die zetelt in de internationale stad voor vrede en recht’, reageert Europarlementariër Tineke Strik (GroenLinks) op X.
‘Pardon’, merkt de docent Jan de Leeuw op en vervolgt, ‘In artikel 90 van de Nederlandse grondwet staat dat de regering zich actief inzet voor de bevordering van de internationale rechtsorde.’
Op de website van de Rijksoverheid staat dat het ondersteunen van internationaal recht een ‘vast onderdeel van het Nederlandse buitenlandbeleid’ is met een verwijzing naar artikel 90 van de Nederlandse grondwet: ‘De regering heeft tot taak de ontwikkeling van de internationale rechtsorde te bevorderen.’