Schrijfster Lale Gül vindt dat de ramadan wel héél positief in de media komt. Een naar ‘islamofilie’ riekende benadering die de werkelijkheid van de islamitische vastenmaand geweld aandoet, schrijft ze in haar Parool-column. En dat leidt tot beroering op social media.
‘De ramadan kent zeker ook een schaduwkant waar de media niet over lijkt te berichten’, zegt ze, zoals ‘de tergende vermoeidheid, de uitdrogende (en ongezonde) dorst, de hoofdpijn en de discussie op scholen of het paasontbijt moet wijken voor de ramadan, omdat dit jaar de heilige dagen ongelukkig samenvallen.’
Ook laakt Gül de ‘verstikkende sociale controle’ onder moslims om te vasten: de ‘ramadanpolitie’. Velen doen slechts alsof ze zich houden aan de ramadan-regels, zoals niet eten en drinken en geen seks hebben, schrijft ze. Ze beschrijft mensen die op ‘een hoekje van de straat’ een broodje naar binnen werken om hun naasten niet voor het hoofd te stoten.
‘Dat jubelverhaal’ door de media kan Gül dus gestolen worden. Bovendien ‘hoor je nooit wat over andere heilige maanden. Wist u bijvoorbeeld dat de katholieke vastentijd begint op Aswoensdag, na de drie dagen van carnaval, en eindigt met Pasen? Nee? Dan hebben we een journalistiek probleem’.
Gül kan op social media rekenen op instemmende geluiden. Bijvoorbeeld van de Antwerpse Vlaams Belang-fractieleider Sam van Rooy, die de aandacht voor de ramadan ‘(zelf)islamisering’ noemt. Toch krijgt Güls column ook veel kritiek.
Zo denkt hoogleraar Leo Lucassen (Universiteit Leiden) dat Gül de aanval inzet tegen een ‘stropop’, ofwel ‘de reddingsboei van de nietszeggende columnist’. Ook blogger Peter Breedveld herkent zich niet in een beeld van een ‘islamofiele’ journalistiek. ‘Dan lees je alleen NieuwWij ofzo.’