Vijf maatschappelijke organisaties slaan alarm over politiegeweld en discriminatie. Aanleiding voor hun schrijven is de tragische dood van Jerryson Noor, die op 21 september door de politie werd neergeschoten in Capelle aan den IJssel. Ze willen dat de driehoek (burgemeester, hoofdofficier van justitie en de eenheidschef van de politie) hun zorgen serieus neemt.
Tijdens een expertmeeting op 1 november in Rotterdam stelden Stichting SABI, Control Alt Delete, RADAR, NiNsee en Ojise Network dat jongeren van kleur structureel onveilig zijn in hun contact met politie en justitie. Ze delen hun conclusies nu met de driehoek, de pers en de leden van de gemeenteraden van Capelle en Rotterdam.
In hun persbericht stellen de vijf dat het overlijden van Jerryson geen op zichzelf staand incident is maar onderdeel van een breder patroon. Control Alt Delete stelt dat ruim 80 procent van de dodelijke slachtoffers van politiegeweld van kleur is. RADAR registreert al jaren meldingen van etnisch profileren, vooral in Rotterdam. NiNsee wijst op racistische beeldvorming die teruggaat tot koloniale structuren en die nog altijd het denken binnen politie en bestuur beïnvloedt.
Ze vergelijken de zaak-Noor met een incident in Zwijndrecht, waar op 29 september een witte 14-jarige jongen met een nepwapen dreigde maar ongedeerd bleef. De vijf zien hierin een schrijnend contrast en pleiten voor een realistische risicoperceptie en betere de-escalatievaardigheden bij de politie.
Op 26 september vroegen de organisaties om een dialoog met de bestuurlijke driehoek. De reactie kwam laat en werd als afstandelijk ervaren. Het besluit van de burgemeester van Capelle om in zijn antwoord slechts één organisatie aan te schrijven, versterkte bovendien het gevoel van uitsluiting.
De vijf organisaties doen vijf concrete aanbevelingen, waaronder hervorming van politieopleidingen, structurele samenwerking met maatschappelijke partners, onafhankelijke monitoring van etnisch profileren, een permanente dialoogtafel en openbaarmaking van interne onderzoeken naar racisme.
Tijdens de bijeenkomst deelden jongeren hun ervaringen en gevoelens van onveiligheid. Ook werd kritiek geuit op de politieopleiding en op het gebrek aan samenwerking met opvoeders en jongerenwerkers. Een oud-agent stelde dat agenten leren schieten op ‘donker geklede zwarte schijven’ en dat veel politiemensen weinig voeling hebben met stedelijke diversiteit. ‘Jongeren van kleur bevinden zich structureel in een positie van onveiligheid’, stellen de vijf. ‘Wij roepen op tot menselijkheid, erkenning en structurele hervorming.’
Dieper dan éen incident
‘De dood van Jerryson Noor raakt aan iets dat veel dieper ligt dan één incident’, zegt SABI-bestuurslid Marciano Daans in gesprek met De Kanttekening. ‘Binnen de zwarte gemeenschap bestaat al jaren een gevoel van onveiligheid en wantrouwen richting politie en justitie. Te vaak ervaren jongeren van kleur dat zij sneller als dreiging worden gezien en daardoor meer risico lopen op hard of fataal optreden. De emotie gaat dus niet alleen over Jerryson zelf, maar over wat zijn dood symboliseert: het besef dat gelijke behandeling nog altijd geen vanzelfsprekendheid is. Zijn dood staat voor een groter maatschappelijk probleem dat vraagt om erkenning en verandering.’
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat jongeren van kleur zich veilig voelen in contact met de politie, ongeacht de uitkomst van één onderzoek?
Over de precieze toedracht van Jerrysons dood is nog geen officiële toelichting gegeven door de Rijksrecherche, omdat het onderzoek nog gaande is, vervolgt Daans. ‘Wij respecteren het lopende onderzoek volledig en lopen niet vooruit op de feiten. Onze inzet richt zich op de bredere vraag: hoe kunnen we ervoor zorgen dat jongeren van kleur zich veilig voelen in contact met de politie, ongeacht de uitkomst van één onderzoek? Juist daarom hebben we op zaterdag 1 november die expertmeeting georganiseerd: om deze structurele kwestie bespreekbaar te maken.’
Daans vertelt dat de vijf organisaties de reactie van de burgemeester van Capelle op hun verzoek tot een dialoog als afstandelijk hebben ervaren. ‘We begrijpen dat een burgemeester formeel moet handelen zolang een onderzoek loopt. Toch voelde de reactie afstandelijk, omdat de brief persoonlijk aan één individu was gericht, terwijl ons verzoek afkomstig was van vijftien maatschappelijke organisaties. In een periode van rouw en maatschappelijke spanning hadden menselijkheid en openheid het verschil kunnen maken. Wij vragen geen juridische uitspraken, maar een bestuurlijke houding die luistert en erkent. Formeel zijn is iets anders dan afstandelijk zijn.’
De vijf organisaties willen dat de politieopleiding grondig wordt gemoderniseerd. ‘Het moet een opleiding zijn die gericht is op bewustwording én praktijkervaring’, licht Daans toe. ‘Agenten moeten structureel worden getraind in stedelijke diversiteit, culturele sensitiviteit en de-escalatie. Realistisch oefenmateriaal is daarbij cruciaal. Het huidige gebruik van donker geklede of zwarte poppen versterkt onbewust een gekleurde dreigingsperceptie.’ Ook moet de opleiding meer ruimte bieden voor samenwerking met opvoeders, jongerenwerkers en docenten — mensen die jongeren écht kennen, vervolgt hij. ‘Politiewerk draait niet alleen om optreden, maar ook om menselijkheid en communicatie.’
Ook Dave Ensberg, de nieuwe voorzitter van NiNsee, reageert. Hij wijst op de doorwerking van het slavernijverleden, waardoor er veel onbewust racisme bestaat in de Nederlandse samenleving. ‘Ook bij de politie zijn er, helaas, vele voorbeelden te noemen van anti-zwart racisme’, zegt hij. ‘Zowel binnen het korps als in de bejegening van zwarte burgers. Vaak vanuit onbewuste vooroordelen, maar dat mag anno 2025 geen excuus meer zijn. We dienen ons bewust te zijn van hoe oude, anti-zwart racistische denkbeelden kunnen doorwerken in het heden, om vervolgens actie te ondernemen om racisme de wereld uit te krijgen. Zodat iedereen vrij, veilig en gelukkig in Nederland kan leven.’


