Steeds meer Syrische minderjarige vluchtelingen komen in aanraking met criminaliteit. Hiervoor waarschuwen verschillende gemeentes, schrijft NRC vandaag.
De burgemeesters van Groningen en Utrecht hebben het ministerie van Asiel en Migratie om hulp gevraagd. In deze gemeentes komen Syrische minderjarige vluchtelingen regelmatig samen. Ze kennen elkaar uit de asielketen en zoeken elkaar op, schrijft de krant.
Het blijft niet bij gemeenschapszin. De jongeren raken met elkaar in gevecht, zijn betrokken bij diefstal en gebruiken soms drugs. Ze staan nu al met één been in de criminaliteit, aldus NRC. Volgens de krant zijn Syriërs oververtegenwoordigd op de Top-X-lijst, een lijst van overlastgevende asielzoekers. Er staan 12.000 namen op; de helft is van Syrische afkomst.
Beslisstop
Sinds de machtsovername in Syrië is er een beslisstop voor Syrische vluchtelingen. Dit betekent dat alle dossiers die niet ouder zijn dan 21 maanden op dit moment niet worden behandeld. Syrische vluchtelingen zitten zonder enig perspectief opgekropt in overvolle opvangplekken. Jongeren zijn extra kwetsbaar: ze hebben vaak veel meegemaakt en zijn hier meestal alleen naartoe gekomen.
Hoewel er op papier begeleiding is voor deze jongeren, is die in de praktijk bij lange na niet voldoende. Dit bleek eerder uit een uitzending van Zembla over pleegzorg voor jonge vluchtelingen. Ze krijgen een voogd aangewezen, maar die heeft doorgaans weinig tijd per cliënt. Dit geldt ook voor jongeren in azc’s, waar de voogdij op dezelfde manier is georganiseerd.
In het NRC-artikel vertellen drie Syrische jongeren openhartig over hun problemen. Sommigen van hen zijn dakloos. Ze zijn verbannen uit de opvang vanwege de problemen die ze veroorzaakten. Ze stelen regelmatig om te kunnen betalen voor pillen die hen tot rust brengen. Een jongere geeft aan wat hij nodig heeft: een huis, iemand die voor hem kookt en zijn kleren wast. Naar school gaan ze niet, want ze mogen toch niet blijven, leggen ze uit.