Historici hebben de herkomst van een deel van de bemanning van het zeventiende-eeuwse WIC-schip de Blauwe Leeuw achterhaald. Het waren migranten uit diverse Europese landen, waaronder Duitsland, Polen en Letland.
De Blauwe Leeuw vertrok in 1636 naar de Braziliaanse stad Recife, op dat moment een Nederlandse kolonie. Het schip was in dienst van de West-Indische Compagnie (WIC), een Nederlandse multinational actief in de Atlantische Oceaan in onder meer de slavenhandel.
Er waren eenenzestig bemanningsleden aan boord van de Blauwe Leeuw en tweeënzestig soldaten. Dankzij het werk van de historici weten we nu van de helft van hen de namen en het land van herkomst. Ze kwamen uit Frankrijk, Engeland, Duitsland, Denemarken, Noorwegen, Zweden, Polen en Letland.
De historici achterhaalden dit op basis van de zogenaamde transportakten, die werden opgemaakt voordat het schip vertrok. Zestien bemanningsleden en veertig soldaten maakten een transportakte op bij de notaris. Zij hadden schulden gemaakt tijdens hun verblijf in Amsterdam. Vooral de kosten van logement waren hoog. Die schulden moesten natuurlijk worden afbetaald en de transportakte was een middel om de schuldenaren aan hun plicht te herinneren.
Volgens migratieprofessor Leo Lucassen van de Universiteit Leiden laat dit gegeven ‘maar weer eens zien hoe de Gouden Eeuw dreef op migranten’.