Gezamenlijk onderzoek door de universiteiten van Amsterdam en Utrecht bevestigt dit.
In het onderzoek, uitgevoerd via nep-sollicitaties van jongeren tussen de 23 en 25 jaar, blijkt dat afkomst bepaalt hoeveel sollicitatiebrieven je stuurt voordat je een positieve reactie krijgt.
Gemiddeld moet iemand van autochtone afkomst 2,2 brieven schrijven voor een uitnodiging, iemand met een Turkse achtergrond 3,2 en iemand van Marokkaanse komaf 3,3. Bij jongeren met een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond, waar de marges binnen de groepen groot is, werden respectievelijk 2,8 tot 3,9 en 3,7 tot 6,9.
De onderzoekers spreken van discriminatie en zien ‘dat mensen met een niet-westerse achtergrond 40 procent minder vaak gecontacteerd worden dan anderen’.
Het onderzoek is gehouden in goede economische tijden, waarin werknemers minder moeite hoeven te doen om een baan te vinden. Mocht hetzelfde onderzoek worden gehouden in slechtere tijden, dan zullen de verschillen nog groter worden, aldus de onderzoekers.