Zwarte burgerrechteninitiatieven zoals stichting Nederland wordt beter en The Black Archives hebben een Handreiking Keti Koti uitgebracht. Ze willen dat meer werkgevers hun werknemers vrij geven op 1 juli, de dag dat het Nederlandse slavernijverleden wordt herdacht.
Ook binnen de oppositie leeft deze wens. Zo deelt Tweede Kamerlid Esmah Lahlah van GroenLinks-PvdA een bericht van Loesje: ‘Keti Koti nationale feestdag, omdat iedereen vrij wil zijn’.
De initiatiefnemers van de Handreiking geven aan dat bij steeds meer werkgevers – zoals FNV, Greenpeace, Lush en Tony Chocolonely – 1 juli een vrije dag is. Ze sporen andere werkgevers aan om dit over te nemen. ‘Samen kunnen we 1 juli een prominente plaats geven met andere betekenisvolle gebeurtenissen in onze geschiedenis’, aldus de Handreiking.
Volgens de initiatiefnemers is het erkennen en begrijpen van de slavernijgeschiedenis ‘essentieel’ bij het bouwen aan een inclusieve en rechtvaardige toekomst.
Even leek het erop dat de herdenkingsplechtigheden dit jaar overschaduwd zouden raken door de aanwezigheid van Kamervoorzitter en PVV’er Martin Bosma. Een petitie tegen zijn komst werd meer dan 20.000 keer ondertekend. Bosma zag na een gesprek met het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) uiteindelijk af van zijn komst.