De politicoloog Öykü Yener-Roderburg (Universiteit Duisburg-Essen), die in Turkije is geboren, begon de dag met een opvallend hartenkreet op social media. Ze is ‘niet soennitisch of Turks’, zegt ze, en staat ook niet achter de AKP (de partij van president Erdogan in Turkije), maar het ‘alledaagse en institutionele racisme’ in Duitsland zou haar toch hebben ‘gesoennificeerd’ en ‘verturkt’.
‘Duitsland heeft met al haar reacties op wat er in de wereld gebeurt (vermoedelijk refereert ze aan de oorlog in Gaza, red.), met haar primitieve categoriseringen over migranten mij net zo’n parallel gevoel als dat van pro-Erdoganvrouwen in Duitsland gegeven’, aldus Yener-Roderburg.
Ze zegt dat ze met die vrouwen veel minder gemeen heeft dan met haar etnisch-Duitse collega’s, toch bezorgt Duitsland haar een vervreemdend gevoel. ‘Ik heb me nog nooit zo buitengesloten gevoeld op een plek waar ik heb geleefd als in Duitsland’, zegt Yener-Roderburg die nog in vijf andere landen op vier continenten heeft gewoond en gewerkt.
Ze denkt dat haar reflectie hierop als politicoloog die over migratie schrijft haar observatie ‘legitiemer’ maakt. Ook omdat ze schrijft dat ze slechts ‘één van velen’ is.
‘Waarom voelt een persoon die door de maatschappij als zo ‘geïntegreerd’ wordt gezien zich op deze manier’, vraagt ze zich af. ‘Kan er echt iets gedaan worden aan de uitsluitende erfenis van ‘Duitsland’? En hoe? Wanneer. Door wie?’
Het Sociaal en Cultureel Planbureau constateerde vorig jaar dat veel Nederlanders met een migratieachtergrond een zogenoemde ‘integratieparadox’ ervaren.
‘Velen van hen wonen al langer in Nederland of zijn hier geboren. Hoewel in vergelijking met hun ouders het opleidingsniveau en de arbeidsmarktpositie van de tweede generatie sterk zijn verbeterd, ervaart deze groep juist meer uitsluiting en discriminatie. Er is sprake van een integratieparadox: juist degenen met een betere sociaaleconomische positie voelen zich het vaakst buitengesloten’, staat in het rapport.