Pulitzerprijswinnaar Chris Hedges heeft een brief op X gedeeld met de titel ‘Aan de Israëlische soldaat die Aysenur Ezgi vermoordde’. De brief van de journalist is een reactie op de dood van de Turks-Amerikaanse activist Aysenur Ezgi Eygi, die werd doodgeschoten door een Israëlische soldaat.
Hedges begint de brief met herinneringen aan verschillende conflicten, zoals in El Salvador, Irak en Bosnië, waar hij als journalist verslag van deed. Hij stelt een morele vraag over soldaten en samenlevingen die betrokken zijn bij het doden van ongewapende burgers. De toon van de brief is persoonlijk. Hij spreekt de soldaat direct aan. ‘Je richtte ook op mij. Je raakte collega’s en vrienden’, schrijft Hedges, die daarna ingaat op het gedrag van soldaten die deelnemen aan dergelijke daden.
In een scherpe passage beschrijft Hedges de mentale toestand van de soldaat: ‘Je koestert je wapen alsof het een verlengstuk van je lichaam is. Dit is wie je bent. Een moordenaar.’ Vervolgens hekelt hij de samenleving waarin dergelijke soldaten worden gerespecteerd en beloond, terwijl ze ongevoelig zijn voor het leed dat ze veroorzaken.
Wanneer Hedges het over Aysenur heeft, wordt de toon nog directer: ‘Jij was de laatste die haar levend zag. Jij was de eerste die haar dood zag. Dit ben jij nu. Niemand kan je bereiken.’ Hij voorspelt een toekomst waarin de soldaat langzaam zal lijden onder het gewicht van zijn daden, vervreemd raakt van zijn omgeving, en mogelijk ten onder gaat aan zelfdestructie.
In de laatste alinea’s van de brief richt Hedges zich specifiek op het schuldgevoel dat de soldaat in de toekomst zal achtervolgen. ‘De volle kracht van wat je hebt gedaan, wie je was, wie je bent, zal je als een lawine overvallen’, schrijft Hedges.
De brief eindigt met de conclusie dat, hoe hard de soldaat ook probeert om goed te doen, ‘niets de smet van moord kan wegwassen’.