Klimaatverandering gaat niet alleen over de gevolgen voor onze planeet, maar ook over onrechtvaardigheid. De minst welvarende gemeenschappen ondervinden de grootste gevolgen van klimaatverandering, terwijl de meest welvarenden het meeste bijdragen aan de problemen.
Dit is een van de conclusies van de Aarde Commissie, een internationaal team van wetenschappers, in een nieuw rapport dat gisteren werd gepubliceerd in het tijdschrift Lancet Planetary Health. In dit rapport stelt de commissie dat het nog niet te laat is voor planeet Aarde. Een ‘radicale transformatie van de wereldwijde politiek, economie en maatschappij om een eerlijkere verdeling van hulpbronnen te garanderen, een snelle uitfasering van fossiele brandstoffen en de wijdverbreide adoptie van koolstofarme, duurzame technologieën en levensstijlen’ zou het tij kunnen keren.
‘Dit zou waarschijnlijk betekenen dat er grenzen moeten worden gesteld aan overmatige consumptie en dat belastingen moeten worden gebruikt om ongelijkheid aan te pakken en inkomsten te genereren voor investeringen in technologie en infrastructuur’, aldus de wetenschappers.
Het rapport is het resultaat van een ‘gedachtenexperiment’ uitgevoerd door een internationaal team van 65 natuur- en sociale wetenschappers, zoals the Guardian uitlegt, die uitgebreid aandacht besteden aan het onderzoek. Het doel van het onderzoek is te onderzoeken hoe 7,9 miljard mensen op aarde toegang kunnen hebben tot de benodigde hoeveelheden voedsel, water, energie, onderdak en transport.
In het rapport wordt een dagelijkse levensstandaard beschreven die voor iedereen haalbaar zou moeten zijn. Deze omvat 2500 calorieën aan voedsel, 100 liter water, 0,7 kWh elektriciteit, een woonoppervlak van 15 vierkante meter en jaarlijks 4500 km (2800 mijl) aan transport.
Basis nu al niet haalbaar
Maar deze basis is nu al niet haalbaar voor iedereen op aarde zonder de planetaire grenzen te overschrijden. De gevolgen van het overschrijden van deze grenzen zijn vooral zichtbaar in minder welvarende landen, zoals India, waar ongeveer 1 miljard mensen op aangetast land leven; Indonesië, waar 194 miljoen mensen worden blootgesteld aan onveilige stikstofniveaus; en Brazilië, waar 79 miljoen mensen worden blootgesteld aan onveilige en onrechtvaardige niveaus van luchtvervuiling.
De mensen die hier iets aan kunnen doen, behoren tot de 15 procent grootste uitstoters. Bovendien hebben mensen die prioriteit geven aan volksgezondheid, gelijkheid en democratie, doorgaans een lager consumptieniveau.
‘De grote verschillen kunnen worden gemaakt in steden en bij grote bedrijven, die doorgaans flexibeler zijn dan nationale overheden en minder afhankelijk zijn van gevestigde bedrijfsbelangen’, zo beschrijft het rapport.
Daarnaast legt het rapport de nadruk op het belang van gelijkheid. ‘Door te beperken wat mogelijk is voor sommige mensen, worden er mogelijkheden voor anderen gecreëerd.’