De meeste Nederlanders vinden het belangrijker dat mensen wereldwijd gelijke rechten en kansen krijgen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van de Radboud Universiteit over wereldburgerschap en ontwikkelingssamenwerking, dat in september verschijnt.
Opvallend is dat de resultaten haaks staan op de verkiezingsuitslag van november 2023, waarbij de nationalistische PVV, die ontwikkelingssamenwerking het liefst volledig wil schrappen, als grootste partij uit de bus kwam en sindsdien bovenaan in de peilingen staat.
Toch blijken de meeste Nederlanders anders te denken over de wereld dan tien jaar geleden; het bewustzijn over mondiale vraagstukken is gegroeid. Aan de andere kant , en dat past meer in de opmars van nationalistische politiek, wordt het principe van gedeelde verantwoordelijkheid minder breed gedragen. ‘De kloof tussen weten en doen is de afgelopen jaren groter geworden’, staat in het rapport.
Ook is de solidariteit die Nederlanders voelen vooral lokaal gericht. ‘83 procent doneert aan goede doelen en bijna de helft doet vrijwilligerswerk, maar die inzet richt zich vooral op de eigen omgeving. Slechts 1,7 procent van de steun gaat naar internationale hulp.’
De forse bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking laten de verdeeldheid onder Nederlanders op dit vlak zien: veertig procent is voor, veertig procent tegen. Een kwart zegt bereid te zijn de bezuinigingen zelf op te vangen door maandelijks elf euro te doneren. Vooral vrouwen en theoretisch opgeleiden spreken zich hierover nadrukkelijk uit, aldus het rapport.