Al bijna twintig jaar stuurt de Amsterdamse jongerenwerker Said Bensellam medische spullen naar het buitenland. Het begon met hulp aan zijn nichtje in Marokko, maar zijn stichting Karam (Arabisch voor gift) helpt hij veel zieke kinderen in Marokko en Suriname.
Het begon in 2004, toen zijn nichtje in Marokko geopereerd moest worden aan een hazenlip. De inzamelingsactie die Said opzette verliep zo goed, dat hij niet alleen haar operatie kon financieren, maar ook zeven andere kinderen kon helpen. Toen besloot Said een stichting in het leven te roepen, met als doel om medische hulpmiddelen voor zieke kinderen in het buitenland in te zamelen.
Het gaat onder meer om rolstoelen – die voor veel mensen in Marokko onbetaalbaar zijn – kleding, speelgoed, speciale bedden, matrassen en medicijnen. Samen met jongeren uit de Kolenkitbuurt in Bos en Lommer gooit Said een vrachtwagen voor Marokko vol met spullen, of een container voor Suriname. Jongeren delen deze spullen ook weer uit aan de hulpbehoevenden in Marokko en Suriname. Dat is volgens Said ook een manier om jongeren in contact te brengen met mensen die het minder goed hebben. ‘Zolang het nodig is en kan gaan we verder. Misschien ben ik er over twintig jaar niet meer maar de stichting bestaat nog steeds’, vertelt Said aan de Amsterdamse omroep AT5.
Said Bensallam groeide op in de straten van Amsterdam-West. Als jongerenwerker werd hij een belangrijke gesprekspartner voor de politie en verschillende overheidsinstanties, en voerde met succes allerlei projecten uit. Steeds meer jongeren begonnen in Said een voorbeeldfiguur te zien, en in 2006 werd hij verkozen tot Amsterdammer van het Jaar. In 2015 schreef journalist Frank van Gemert een boek over het bijzondere leven van Said Bensallam, getiteld Straat krediet.