De doorstroom van studenten met een migratieachtergrond naar een master op Amsterdamse universiteiten stokt. Hierdoor blijft de universiteitstop een wit bolwerk. Zo meldt het Parool.
Aan de poort stijgt het aantal studenten met een migratieachtergrond sterk, maar ‘het zit vast in de pijplijn’, zegt hoogleraar sociologie Maurice Crul (VU) tegen het Parool en vervolgt, ‘Je kunt het goed vergelijken met de problemen die we hebben met de doorstroom van vrouwen. Er komen veel meer vrouwen naar de universiteit dan vroeger en langzaam groeit ook hun aandeel in het aantal promotieplaatsen en functies als universitair docent. Maar op het niveau van hoogleraar en universitair hoofddocent blijft de achterstand nog altijd bestaan. Dat zien we in sterkere mate terug bij studenten met een migratieachtergrond.’
Zo steeg het aantal Marokkaans-Nederlandse eerstejaars bachelorstudenten in veertien jaar van 150 naar 420 bij de VU, en van 100 naar 200 bij de UvA. Bij Turken ging het respectievelijk van 160 naar 200 en van 100 naar 140, zo meldt het Parool.
De stijging op de Amsterdamse masteropleidingen gaat minder hard. Het aantal Nederlands-Marokkaanse masterstudenten aan de VU steeg tussen 2008 en 2002 van 90 naar 190, aan de UvA van 60 naar 70. Het aantal Nederlands-Turkse masterstudenten ging in deze periode respectievelijk van 70 naar 130 en van 50 naar 80.
Volgens Crul zijn er speciale trajecten nodig om universiteiten een betere afspiegeling te laten zijn van de maatschappij. ‘We hebben deze mensen al vijfentwintig jaar binnen, maar slagen er nog steeds niet in vroegtijdig de grootste talenten te ontdekken en ze te begeleiden naar een succesvolle academische carrière’, aldus Crul.
