2,6 tot 4,5 miljoen minder geboorten onder Oeigoeren en andere islamitische minderheden in Xinjiang, binnen twintig jaar. Dat is de uitkomst van het Chinese beleid van gedwongen anticonceptie onder deze groepen, blijkt uit een analyse door de Duitse onderzoeker Andrian Zenz.
Het rapport van Zenz bevat ook cijfers door Chinese academici en functionarissen over het anticonceptiebeleid in Xinjiang. Daaruit blijkt dat het geboortecijfer onder Oeigoeren met 48,7 procent is gedaald tussen 2017 en 2019.
Uit officiële Chinese documenten bleek eerder al dat het aantal sterilisaties in Xinjiang sterk is gegroeid: van minder dan 50 per 100.000 mensen in 2016 tot bijna 250 per 100.000 mensen in 2018.
Deze acties vallen onder de definitie van ‘genocide’ van de Verenigde Naties, aldus China-onderzoeker Adrian Zenz.
Het onderzoek van Zenz komt op een kritiek ogenblik. Meerdere westerse parlementen, waaronder die van Nederland en Groot-Brittannië, beschuldigen de Chinese regering van genocide op de Oeigoeren. China ontkent dit met grote stelligheid.
