De Surinaamse president Jennifer Geerlings-Simons haalde in de VN fel uit naar de meest vervuilende landen ter wereld. Volgens haar moeten die bijdragen aan het behoud van het Surinaamse regenwoud, want het land kan dat niet alleen. Dat meldt De Morgen.
In haar speech benadrukte ze dat Suriname het, vergeleken met de rest van de wereld, uitzonderlijk goed doet. ‘Onze bossen staan er goed bij. Meer dan 90 procent van ons land is bedekt met regenwoud. Dit maakt Suriname het meest beboste land ter wereld’, aldus Geerlings-Simons.
Suriname behoort samen met Bhutan en Panama tot het zeldzame gezelschap van ‘koolstofnegatieve landen’. Landen die meer koolstof opnemen dan uitstoten. Daar is de president trots op, maar ze benadrukte: ‘Trots alleen betaalt de rekeningen niet en draagt niet bij aan de inheemse en tribale gemeenschappen.’
De Surinaamse bossen worden bovendien bedreigd door de zoektocht naar grondstoffen zoals goud, diamant en bauxiet. ‘We zullen moeilijke keuzes moeten maken. We willen onze bosbedekking op minimaal 90 procent houden, maar dat kunnen we niet alleen’, zei Geerlings-Simons. Ze riep de internationale gemeenschap op om mee te betalen aan de financiering van duurzame infrastructuur.
De vraag is of de grootste vervuilers, China, de VS, India en Rusland, bereid zullen zijn mee te doen. Klimaatbelangen leggen vaak het onderspit tegen politieke en economische belangen van autoritaire machthebbers.