‘Honderden handelsschepen zijn vanuit Turkije naar Israël vertrokken sinds de oorlog in Gaza begon.’ Dat verklaart de gevluchte journalist Metin Cihan in een interview met de Turkse nieuwssite Bianet. Het gaat volgens Cihan onder meer om schepen van regeringsgezinde bedrijven, zoals van Mert Cetinkaya, partner van Burak Erdogan, de zoon van de Turkse president.
Door publicaties op sociale media kreeg Cihan het aan de stok met de Turkse autoriteiten en zijn er meerdere rechtszaken tegen hem aangespannen. Hij woont in Duitsland en vertelt aan Bianet zijn verhaal.
‘Op een dag werd ik weer wakker met het bloedbad in Gaza. Ik voelde me hulpeloos, denkend, dat we niks konden doen. Ik kwam toen ook een tweet van de partij Hüda Par (islamisten die Erdogans AKP steunen, red.) tegen. Een lid beweerde dat een olietanker vanuit Turkije was vertrokken met olie voor Israëlische straaljagers’.
Cihan betwijfelde dit verhaal aanvankelijk. Heeft Israël echt olie nodig uit Turkije? Maar toen ging hij op onderzoek uit en las onder andere de logboeken van havens. Hij ontdekte dat Israël voor olie bijna geheel afhankelijk is van externe bronnen. ‘Er wordt voornamelijk olie uit Azerbeidzjan geïmporteerd. De desbetreffende lading was olie van de pijplijn Baku-Tblisi-Ceyhan.’
‘Terwijl Turkije allerlei heftige verklaringen maakte tegen Israël, ging de oliehandel gewoon door.’
Tot zijn grote verbazing, ging het niet alleen om oliehandel, bijna alles ging gewoon door. ‘Alsof er niks aan de hand was’, zegt hij. Cihan identificeerde vele AKP-gelieerde bedrijven die handeldrijven met Israël.
Hij erkent dat niet alleen AKP-gelieerde bedrijven handeldrijven met Israël. Toch vindt hij het belangrijk om deze informatie te delen. ‘In de maatschappij worden arme mensen voor rotte vis uitgemaakt, omdat ze bij Starbucks zitten of naar de Burger King gaan. Ook door regeringsgezinde figuren, terwijl de rijke mensen steeds rijker worden.’