Drie Koerdische burgemeesters in Turkije zijn ontslagen op verdenking van terreuractiviteiten, zo laat het Turkse ministerie van Binnenlandse Zaken weten.
De burgemeesters zijn lid van de pro-Koerdische partij HDP en voerden het bewind in delen van het grotendeels Koerdische zuidoosten van Turkije. Zij zouden hun posten hebben gebruikt voor ‘het ondersteunen van terroristische activiteiten’.
De Turkse overheid bedoelt daarmee de activiteiten van de PKK, die sinds 1984 een gewapende opstand voor Koerdisch zelfbestuur voert en – naast Turkije – door de VS en de EU wordt bestempeld als terroristische organisatie.
De bewijslast zou zijn gevonden tijdens onderzoeken waarbij gemeentelijke gebouwen zijn doorzocht, aldus het ministerie. De burgemeesters zijn ontheven uit hun functie en vervangen door tijdelijke gouverneurs.
Voor de burgemeestersverkiezingen van 31 maart, die door heel Turkije plaatsvonden, waarschuwde Erdoğan dat iedereen die banden met de PKK zou hebben uit functie gezet zou worden.
Adnan Selçuk Mızraklı, de ontslagen burgemeesters van de belangrijke regio Diyarbakır, zegt dat de Turkse democratie ‘verder naar beneden is gevallen’. Hij kreeg in maart nog 63 procent van de stemmen.