‘De taal die we spreken, ons mooie Turks, is ons nationaal erfgoed,’ zegt Fehmi Uzun in een column op Nhaber, een nieuwssite die zich richt op de Turkse gemeenschap in Nederland. Hij pleit, samen met andere sympathisanten van de Turkse cultuur, voor het doorgeven van de Turkse taal ‘van generatie op generatie’.
Daar is zelfs een geheel nieuwe stichting ‘Van generatie op generatie’ (Kusaktan Kusaga, in het Turks) voor opgericht.
Uzun, in het dagelijks leven ‘multiculturele’ schuldhulpverlener, verwijst in zijn stuk ook naar de eerste Turkse gastarbeiders die zestig jaar geleden naar Nederland kwamen. Hij vraagt zich af in welke situatie de toekomstige generaties zich over zeventig of tachtig jaar zullen bevinden.
Volgens hem maken veel Turkse ouderen zich zorgen over het slechte niveau van het Turks bij de nieuwe generaties. Het gebruik van het Turks zou bovendien, door de opkomst van smartphones, tot een minimum zijn gedaald.
Op de flyer van de ‘Ik spreek thuis Turks’-campagne staat: ‘Als we vandaag onze kinderen niet Turks leren, kunnen we morgen niet Turks met onze kleinkinderen spreken.’
Een andere betrokken persoon bij het project, Sedat Tapan, ziet de Turkse moedertaal van kinderen als essentieel voor de ontwikkeling en het behoud van de Turkse culturele identiteit. Hij noemt verschillende voordelen van tweetalig opvoeden.
Tapan zegt dat tweetaligheid cognitieve voordelen heeft, omdat het denkvermogen versterkt en helpt bij het leggen van verbindingen tussen verschillende talen.