Bijna een derde van de Tweede Kamerzetels gaat naar uiterst rechtse partijen. Dat niet alleen, we zijn het ook nog normaal gaan vinden, waarschuwt Rosan Smits, adjunct-hoofdredacteur bij de Correspondent.
Uiterst rechtse partijen behaalden 46 zetels, voor zover de stemmen zijn geteld. De PVV is nog steeds een van de grootste partijen met 26 zetels. Als je daar de 9 zetels van Ja21 en Forum van Democratie (FvD) bij optelt, en ook die van de inmiddels flinks naar de rechterflank opgeschoven BBB, dan vertegenwoordigt het extreemrechtse geluid bijna een derde van het politieke spectrum.
Dit is zorgelijk, vindt Smit, want vier jaar geleden behaalden de PVV, Ja21 en FVD samen 28 zetels, en dat vonden we toen een aardverschuiving. ‘We blijken het inmiddels normaal te vinden dat bijna een derde van onze volksvertegenwoordigers politiek bedrijft door angst en vijandschap aan te jagen’, aldus de adjunct-hoofdredacteur.
Journalist Fadime Demir merkt bovendien op dat uiterst rechts meer structurele macht krijgt met de groei van Ja21. ‘Eerdmans komt uit de school van Fortuyn: hij combineert populistische retoriek met politieke strategie en coalitiemacht. Dat maakt hem potentieel veel invloedrijker en zorgwekkender dan Wilders, die vooral een eenmans-act was’, schrijft ze op haar LinkedIn.
Ondertussen raakt het linkse geluid juist gemarginaliseerd. De klassiek linkse partijen PvdA-GroenLinks en SP behalen deze verkiezingen gezamenlijk nog maar net 23 zetels. Nog nooit is links in Nederland zo zwak geweest, schreven we gisteren in een bericht.
Tegelijkertijd moeten we niet al te pessimistisch zijn, stelt Ina Brouwer, medeoprichter van Groenlinks. Dat de PVV geïsoleerd kwam te staan, dat is de grote winst van deze verkiezingen, stelt ze.
Hoewel uit de formatie zal moeten blijken hoe groot de invloed van extreemrechts uiteindelijk is, waarschuwt Smits dat de PVV in de oppositie wel degelijk een belemmerend effect kan hebben op de politiek. ‘Deze oppositieleider (Wilders, red.) is niet uit op een constructieve bijdrage aan een stabiel landsbestuur, maar op het langzaam en doelgericht afbreken van vertrouwen in elkaar, in instituties, journalistiek, rechtspraak en elke vorm van controle op de macht.’





 
                                    


