In Syrië zijn dit weekend parlementaire verkiezingen gehouden. Het was voor het eerst sinds de machtswisseling, maar van een ‘echte verkiezing’ was geen sprake.
Hoewel een derde van de 210 parlementsleden door interim-president Al-Sharaa zal worden aangesteld, werden de overige 140 dit weekend verkozen. Het gaat echter om indirecte verkiezingen: het volk mag niet zelf naar de stembus. De parlementsleden worden gekozen door lokale kiescommissies.
Het is een ingewikkeld proces dat speciaal is ontworpen voor de overgangsperiode waarin Syrië zich bevindt, vertellen ambtenaren. Mohammad Wali, lid van de hogere kiescommissie, legt het uit aan NOS-correspondent Daisy Mohr. De hogere kiescommissie, aangesteld door Al-Sharaa zelf, heeft op haar beurt provinciale subcommissies benoemd. Het gaat om zo’n 6000 mensen uit verschillende regio’s. Dit zijn de mensen die het afgelopen weekend hebben gestemd.
Hoewel er bezwaar kon worden gemaakt tegen de subcommissies, is er geen sprake van echte verkiezingen, erkennen ambtenaren. Volgens Al-Sharaa zijn rechtstreekse verkiezingen op dit moment onmogelijk, omdat een groot aantal Syriërs geen papieren heeft of nog steeds ontheemd is.
Maar critici vinden dat de interim-president op deze manier veel te veel macht heeft. Hij beslist voor een groot deel wie er straks in het parlement zit. Bovendien zijn provincie Sweida, waar veel druzen wonen, en het door de Koerden geleide noordoosten van het land voorlopig uitgesloten van het proces, omdat ze het interim-regime in Damascus niet erkennen.
De nieuwe autoriteiten hebben ook de Syrische wetgevende macht ontbonden. Het nieuwe parlement zal tijdelijk de wetgevende taken uitoefenen totdat een permanente grondwet is aangenomen, zo luidt de belofte. Volgens diezelfde belofte volgen er dan ook echte verkiezingen, waarin de stem van het volk telt.