De Verenigde Staten zijn begonnen met het terugtrekken van troepen uit Noordoost-Syrië, meldt The New York Times. De troepen vormden een buffer tegen de dreiging van oprukkende IS-cellen.
Van de 2.000 militairen die in de regio aanwezig waren, zullen er 1.400 overblijven. Na vijftig dagen volgt een nieuwe beoordeling van de veiligheidssituatie, met de mogelijkheid om nog eens 900 militairen terug te trekken. Er zouden dan nog 500 Amerikaanse soldaten in de regio blijven. Dat meldt de Amerikaanse krant op basis van uitspraken van twee hooggeplaatste officieren. Het gaat om de bases Mission Support Site Green Village, M.S.S. Euphrates en een kleinere basis in de autonome regio in het noordoosten van Syrië.
De Amerikaanse troepen waren sinds 2014 in de regio aanwezig om samen met de SDF, de voornamelijk Koerdische groep die het autonome gebied bestuurt, te strijden tegen Islamitische Staat (IS). Met succes: IS werd grotendeels verslagen. Maar de terreurbeweging werd nooit volledig uitgeschakeld; verschillende cellen houden zich nog altijd schuil in de omliggende gebieden.
De dreiging van een oprukkende IS nam bovendien toe na de val van het Assad-regime in november vorig jaar. IS maakt gebruik van de chaotische situatie en heeft inmiddels meerdere aanvallen uitgevoerd op de SDF. Gisteren nog vielen IS-strijders een SDF-basis aan in de stad Al-Tayyana, meldt de organisatie op X. ‘De cellen van de terroristische organisatie proberen de veiligheid en stabiliteit in de regio te ondermijnen en hun aanwezigheid nieuw leven in te blazen’, aldus de SDF.
Het besluit van de VS om de troepen weg te halen, heeft waarschijnlijk te maken met een overeenkomst die de SDF vorige maand sloot met het nieuwe regime in Damascus, schrijft The New York Times. Die overeenkomst hield in dat de SDF militair zou integreren met het nationale leger. De vraag is echter in hoeverre dat nationale leger in staat én bereid is de strijd tegen IS voort te zetten.