De door Saoedi-Arabië geleide coalitie heeft een wapenstilstand afgekondigd in Jemen, waar al vijf jaar een burgeroorlog plaatsvindt.
De belangrijkste partijen in deze burgeroorlog zijn de sjiitische Houthi-rebellen, die steun krijgt van Iran, en de soennitische regering, gesteund door Saoedi-Arabië en de golfstaten.
De oorlog eiste het leven van tienduizenden militairen en ruim honderdduizend burgers, waaronder meer dan 80.000 kinderen door ondervoeding. Er zijn meer dan drie miljoen burgers op de vlucht geslagen.
Analisten vrezen nu dat er een nieuwe humanitaire ramp op de loer ligt: de uitbraak van het coronavirus in Jemen.
Behalve dat de ondervoede burgers een lagere weerstand hebben, kunnen zij ook niet in het ziekenhuis worden behandeld. De ziekenhuizen in de hoofdstad Sanaa hebben nu al te weinig personeel, spullen en medicijnen om patiënten te helpen.
Mensenrechtenorganisatie Mwatana for Human Rights documenteerde tussen 2015 en 2018 in totaal 120 aanvallen op ziekenhuizen en medisch personeel, een fractie van de verwoestingen die zijn aangericht. Bovendien hebben in het gemilitariseerde Jemen militairen voorrang op burgers.
In 2016 – terwijl de oorlog in volle gang was – was Jemen onderhevig aan een cholera-epidemie die aan duizenden mensen het leven kostte. Cholera is tegenwoordig vrij gemakkelijk te verhelpen, maar niet in het door oorlog verscheurde Jemen.