De afgelopen twee decennia heeft Groot-Brittannië fosfor naar Turkije geëxporteerd. Dit gegeven zorgt voor ophef bij de Britten, nu Turkije ervan wordt beschuldigd de Koerden in Syrië met witte fosfor te hebben gebombardeerd. Mogelijk is deze van Britse makelaardij.
Vorige week kwam in het nieuws dat de Turkse luchtmacht Koerdische burgers met witte fosfor zou hebben gebombardeerd. Een dokter in het veldhospitaal in het Syrische Tal Tamir zei dat hij minstens vijftien patiënten had behandeld die last hadden van brandwonden, ontstaan door chemische stoffen.
De Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW), die samenwerkt met de Verenigde Naties, onderzoekt nu of Turkse leger chemische wapens en brandbommen heeft gebruikt.
Op basis van monsters, verzameld op de plaats delict, en de brandwonden van de slachtoffers kun je achterhalen in welk land de witte fosfor is geproduceerd. Mogelijk is dat Groot-Brittannië.
Hamish de Bretton Gordon, een voormalige commandant in het Britse leger die zich bezighield met chemische wapens, is er ‘bijna zeker’ van dat de fosfor die Groot-Brittannië de afgelopen jaren naar Turkije exporteerde witte fosfor is.
Toch is het Gordon nog niet geheel duidelijk of Erdogan achter de aanvallen zit: de troepen van Assad en de verschillende rebellengroepen hebben in het verleden al bewezen niet terug te deinzen voor het gebruik van witte fosfor gebruikt.
Witte fosfor wordt gebruikt voor brandbommen, rookbommen en doelwitmarkering. Het brandt bij contact huid en vlees weg, een effect vergelijkbaar met dat van napalm. Ook zorgt de giftigheid van witte fosfor voor schade aan de lever, de longen en het hart. Witte fosfor is verboden verklaard tijdens de Conventie van Genève en de inzet ervan op burgerdoelen geldt als oorlogsmisdaad.