De zwarte Britse professor Keon West vertelt in de Britse krant Metro dat hij zijn zoontje al op driejarige leeftijd uit moest leggen wat racisme is. West doceert sociale psychologie en is verbonden aan de University of London.
Op een dag kwam zijn zoontje huilend thuis, omdat andere kinderen hadden gezegd dat zijn haar lelijk was. ‘Ik legde al mijn bezigheden neer, keek hem in de ogen en legde hem uit dat zijn haar prachtig was en dat de andere kinderen alleen maar racistische dingen zeiden.’
‘Ik legde hem uit dat racisme een systeem van leugens was, van oneerlijke normen, ontworpen om witte mensen beter te laten lijken dan ze in werkelijkheid waren, en ons slechter te laten lijken dan we in werkelijkheid waren. (…) Zo jong als hij was, leek mijn zoon het te begrijpen. Ik voelde me vooral een beetje verdrietig en moe. Ik wist dat dit een van de vele van zulke gesprekken zou zijn.’
Volgens West hebben zwarte kinderen al vroeg met racisme te maken. Uit onderzoek blijkt dat zwarte jongens op de peuterspeelzaal al extra in de gaten worden gehouden op ‘uitdagend gedrag’, ook als ze zich net zo gedragen als witte kinderen.
West: ‘Als het kind drie of vier jaar is, kunnen ze al dader of slachtoffer van racisme zijn.’ Volgens West krijgen zwarte kinderen zelfs bij de geboorte al met racisme te maken.
West, is getrouwd met een witte vrouw. Toen ze kinderen kregen, gaven mensen complimenten dat de kinderen zo ‘mooi’ waren, zo ‘wit’. Zwartheid wordt door veel witte mensen met lelijkheid en met minderwaardigheid geassocieerd, aldus West.
West vindt dat zwarte kinderen trots moeten worden op hun huidskleur en op hun identiteit. Hij leest hen voor uit kinderboeken met zwarte hoofdpersonen, zoals Jabari Jumps en de Marty Monsters, en vertelt hen over zwarte helden als Rosa Parks en Muhammed Ali