Deze zomer zou de stilte voor de storm zijn. De zomer waarin partijen en politici zich opladen voor de verkiezingscampagne voor de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen van maart volgend jaar. Die campagnes zouden zich naar grote waarschijnlijkheid richten op klimaat, zorg en onderwijs. En daarnaast zou voor de studenten de terugkerende discussie over het leenstelsel weer oplaaien.
En toen werd in de Verenigde Staten George Floyd vermoord door een politieagent, die ijzig kalm en koelbloedig minutenlang een knieklem toepaste. Zijn dood bleek de druppel die nodig was om de emmer van ingehouden frustratie over institutioneel onrecht te doen overlopen. Wat volgde was een golf van protesten door het hele land, gevolgd door solidariteitsdemonstraties over de hele wereld, waarbij men aandacht vroeg voor de situatie in eigen land.
Daags na de grote antiracismedemonstraties in ons land zei premier Rutte te willen praten met de Black Lives Matter-beweging, terwijl eerdere verzoeken van de beweging werden geweigerd. Ineens zag ook hij in – met de hete adem van duizenden protesterende Nederlanders in zijn nek, maar vooral een kantelende publieke opinie – dat er sprake is van racisme in dit land. Tien jaar is de beste man nu al premier, maar nog nooit heeft hij iets gedaan tegen het institutioneel racisme dat woedt in zijn land, zijn partij, ‘zijn’ belastingdienst…
Sterker nog: Rutte heeft een geschiedenis met racistische uitspraken en beleid.
Zelfs de manier waarop hij zijn nieuw verworven inzicht over zwarte piet deelde stond bol van het superioriteitsgevoel dat tot in zijn poriën verankerd zit. Het was zijn mededogen voor een klein verdrietig zwart meisje dat zich ‘ongelooflijk gediscrimineerd voelde’ dat hem over zijn hart had doen strijken. ‘Want dat moeten we niet willen.’
Rutte krijgt het niet voor elkaar te erkennen dat de karikatuur van zwarte piet slechts een symptoom is van een veel ernstiger ziekte
Hoe barmhartig. Hoe groots. En hoe klein om dan nog geen 24 uur na zijn ‘handreiking’ te zeggen dat hij niks aan ‘het gevoel’ van racisme kan doen. Omdat het hem dient het debat daar te laten rusten, bij de gevoelens van gekwetstheid van zwarte mensen. Zijn eigen machtspositie en het tevreden houden van zijn achterban is té belangrijk om écht leiderschap te tonen en de premier te zijn van álle Nederlanders.
Hij krijgt het niet voor elkaar te erkennen dat de karikatuur slechts een symptoom is van een veel ernstiger ziekte, die zich in elke cel van onze samenleving heeft geworteld. Ik herhaal nog maar eens: van onderadvisering in het onderwijs, uitsluiting op de stagemarkt en discriminatie bij uitzendbureaus. Dan van discriminatie op de arbeidsmarkt én op de woningmarkt naar etnisch profileren bij de belastingdienst en politie.
Het gebeurt allemaal onder Rutte. En dat met een Tweede Kamer die liever debatteert over de positie van burgemeester Halsema, terwijl het parlement daar helemaal niet over gaat, dan over het luide signaal dat met de onverwacht grote opkomst werd afgegeven tijdens de grote demonstratie in Amsterdam op 1 juni.
Wat een poppenkast in Den Haag. Met hoofdrollen voor PvdA, GroenLinks en D66. Terwijl de BLM-demonstraties nog dagenlang een vredig spoor door ons land trokken, presenteerden deze partijen hun ideeën in de strijd tegen institutioneel racisme. Ik geloof niet in vijfstappenplannen om eeuwenoude structuren van kolonialisme, imperialisme en kapitalisme mee omver te werpen. Maar ik ben oprecht blij als blijkt dat dit ertoe leidt dat naast Denk en een aantal individuele Kamerleden ook andere partijen hun woorden van solidariteit kracht bijzetten door antiracisme bovenaan hun politieke agenda te zetten. Ze hoeven er het klimaat, zorg en onderwijs er niet eens voor in te leveren als ze voor intersectionele politiek durven kiezen.
BIJ1 wacht met open armen op politiek gezelschap na de zomer, die zowat in mei begon toen tienduizenden Nederlanders vreedzaam, waardig, doch oorverdovend luid lieten weten: ‘Genoeg is genoeg. Wij zijn niet langer stil. Wij zijn solidair.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!