Rapper Akwasi liet zijn emoties de vrije loop, die ene dag op de Dam. En kennelijk ook tien jaar geleden.
Dit zijn emoties die gepaard gaan met racisme. Racisme dat je jouw menswaardigheid ontneemt. Jou reduceert tot jouw huidskleur en afkomst. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat mensen die met racisme te maken hebben een groter kans lopen op psychosociale problemen. Angststoornissen, slapeloosheid, minderwaardigheidscomplexen.
Trouwens: je hoeft er niet voor naar de VS. Ik heb mezelf jarenlang als minderwaardig en lelijk beschouwd. Omdat ik zwart was met platte neus en dikke lippen. Ik hoef geen medelijden, want ik ben er overheen gegroeid en vind mezelf een prachtige vrouw. Daar gaat het niet om.
En dan laat je je op een dag gaan. Alle remmen los. De zelfopgelegde controle en dwang om keurig en netjes te reageren op zoiets onmenselijks als racisme even laten voor wat het is.
De woorden van Akwasi kan ik hooguit als onverstandig bestempelen. En zelfs dat voelt ongemakkelijk en alsof ik hem een trap na geef. Want hij sprak wel namens mij en mijn kinderen en anderen die op mij lijken.
Maar het is onverstandig, omdat in de rede niet de intenties er toedoen maar de beeldvorming. Daar moet je je gewoon van bewust zijn als je een podium en invloed hebt. Hoe boos je ook bent. Hoe oprecht dat ook is.
En hij had kunnen weten welke heksenjacht opgezet zou worden in een samenleving die liever vasthoudt aan een imaginary friend dan nadenken over hoe we een kinderfeest inclusiever kunnen maken. Een samenleving die praten over racisme gezeur vindt. Die zwarte mannen liever typeert als lui, gevaarlijk en gewelddadig en zwarte vrouwen hooguit als seksueel object kan zien en ons roemen om onze ronde billen.
Wij mogen hier zijn bij de gratie van tolerantie, om te vermaken, niet tot last te zijn, niet terug te praten en al helemaal niet voor onszelf op te komen. Tweederangsburgers, meer niet.
Op die ene bewuste dag koos Akwasi ervoor zich hier niets van aan te trekken en zijn emoties de vrije loop te laten. Hij stond daar en schreeuwde het uit. Ik was daarbij. Met mijn dochter. We hoorden het, we keken elkaar aan en deden onze handen voor onze mond. Allebei dachten we: ‘Dat zeg je toch niet?’ Ik deed mijn vingers in de oren van mijn dochter.
Ik vond het wel welletjes. En ook om haar te laten weten dat ze zelf nooit zo mag praten. Maar ook omdat ik wist dat hij keihard gepakt zou worden om deze uitspraken. Dit was als een rode lap op een stier. Koren op de molen. Jezelf voor de leeuwen gooien. Wat daarna gebeurde, daarvan zijn we allemaal getuige.
Met mijn hart begrijp ik hem. Met mijn hoofd complimenteer ik hem met zijn excuses. Die kwamen echter veel te laat. Mensen zien hem liever in de gevangenis verdwijnen. In tegenstelling tot een politicus die het als politieke agenda heeft om een bevolkingsgroep uit Nederland te laten verdwijnen vanwege hun religie en afkomst. En dat al jarenlang via een positie van macht en invloed nastreeft.
Elke verkiezing weer ben ik als de dood voor de uitslag. Wat als…
Maar dat is minder relevant. Ik ben maar een zwarte vrouw. Om te vermaken en mijn bek te houden.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!