2.6 C
Amsterdam

Er komt een nieuwe bestuurscultuur, eindelijk

Dave Ensberg-Kleijkers
Dave Ensberg-Kleijkers
Vicevoorzitter stichting Johan Ferrier Fonds.

Lees meer

Met Bontenbal, Omtzigt en Jetten krijgen oude en nieuwe middenpartijen een herstart. De nieuwbakken partijleiders gaan voor geheel andere verhoudingen zorgen tussen overheid en burgers en tussen parlement en regering, betoogt Dave Ensberg-Kleijkers.

Na de val van het kabinet Rutte-III als gevolg van het Toeslagenschandaal werd binnen en buiten politiek Den Haag luidkeels geroepen om een nieuwe bestuurscultuur.  Steeds meer Nederlanders vertrouwen de overheid niet meer. Volgens velen is dit het gevolg van wantrouwen van de overheid tegenover de eigen burgers. Een nieuwe bestuurscultuur betekende voor verschillende mensen echter iets anders. Wel was er een gezamenlijk beeld op hoofdlijnen; bij een nieuwe bestuurscultuur hoort meer openheid vanuit politiek en openbaar bestuur richting samenleving en individuele burgers. Nieuwe politieke leiders van drie politieke middenpartijen lijken bij uitstek geschikt om bij te dragen aan de realisatie van deze belofte van een nieuwe politieke cultuur.

Nieuwe bestuurscultuur

Bij een nieuwe bestuurscultuur hoort ook een meer dienstbare houding van de overheid richting de samenleving; van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie. Verder is er behoefte aan meer vertrouwen van overheid in burgers; minder wantrouwen, controles en bureaucratie. Ten slotte lijken Nederlanders ook een andere verhouding te wensen tussen het parlement en de regering; meer gezonde tegenspraak (‘macht en tegenmacht’), meer dualisme en meer ruimte voor coalitiepartijen om eigen standpunten te koesteren, in plaats van zich blind te committeren aan een coalitieakkoord. Van de beloofde nieuwe bestuurscultuur is onder Rutte-IV niets terecht gekomen. Logisch, want leiders die hebben bijgedragen aan de oude bestuurscultuur kunnen geen geloofwaardige leiders zijn van een nieuwe bestuurscultuur.

Of de politieke senior Frans Timmersmans (PvdA/GL) ook bijdraagt aan zo’n nieuwe cultuur, valt nog te bezien

Na de val van het kabinet Rutte-IV staan nieuwe leiders op, zoals Henri Bontenbal (CDA), Rob Jetten (D66) en Pieter Omtzigt (NSC). Zij willen bijdragen aan een nieuwe bestuurscultuur en versterking van het politieke midden. Of de politieke senior Frans Timmersmans (PvdA/GL) ook bijdraagt aan zo’n nieuwe cultuur, valt nog te bezien. Hetzelfde geldt voor de nieuwe VVD-leider, Dilan Yesilgöz, die opstond vanuit de schaduw van haar mentor Mark Rutte. Bontenbal, Jetten en Omtzigt onderscheiden zich door een consistente, doorleefde en waardengedreven zienswijze op de politiek en de rol van de overheid. Zij delen het beeld dat een nieuwe bestuurscultuur begint bij de verhouding tussen burger en overheid.

Bontenbal

Bontenbal schreef in zijn motivatiebrief voor het CDA-lijsttrekkerschap het volgende over die verhouding: ‘Het vertrouwen van burgers in de overheid heeft de afgelopen jaren een stevige knauw gekregen. Mensen zijn vermorzeld door de overheid in de Toeslagenaffaire en in de hersteloperatie in Groningen. Een betrouwbare overheid is een overheid die niet vanuit wantrouwen naar haar burgers kijkt, maar vanuit vertrouwen. Daar hoort ook bij dat de samenleving en de politiek accepteert dat er grenzen zijn aan wat de overheid vermag.’

Als het om het oplossen van inhoudelijke, maatschappelijke problemen gaat, zoekt Bontenbal oplossingen primair bij de samenleving zelf. Bij verenigingen, coöperaties, bedrijven, maatschappelijke organisaties. De overheid behoort daar faciliterend aan te zijn via wetten, regels en een eerlijke verdeling van financiële middelen. Zo hamert Bontenbal op ‘bestaanszekerheid’, waarbij de overheid armoede hard bestrijdt en voor een sterk sociaal vangnet zorgt. Voor Bontenbal is het vooral zaak om scherpe keuzes te maken om tot de nieuwe bestuurscultuur te komen. Meer in de geest van het “radicale midden” rigoureuze keuzes omarmen en minder toewerken naar interne polderoplossingen. Het CDA heeft behoefte aan nieuwe, frisse keuzes. Als Bontenbal risico’s durft te nemen zonder zichzelf te verliezen, kan hij het CDA weer de glans geven die al zolang afwezig is.

Omtzigt

Omtzigt schreef in 2021 een boek over een nieuwe bestuurscultuur en vernoemde zijn politieke partij naar dit boek: Nieuw Sociaal Contract. In 2021 voorzag ik zijn boek van tien kritische kanttekeningen. Dit, naast mijn complimenten voor het werk van Omtzigt. ‘Terwijl politiek Den Haag volkomen klem zit binnen haar eigen ziekelijke bestuurscultuur en Nederlanders langer dan ooit op een nieuw kabinet moeten wachten, schetst Omtzigt een alternatief voor diezelfde cultuur’, schreef ik toen op Joop. Ik verwacht dat Omtzigt in vergelijking met Bontenbal met meer radicale en fundamentele voorstellen zal komen om de alom gewenste nieuwe bestuurscultuur in de praktijk te brengen. Het algemene mens- en maatschappijbeeld tussen Bontenbal en Omtzigt ontloopt elkaar echter nauwelijks. Omtzigt is kwetsbaar op de inhoud van zijn voorstellen voor een nieuwe bestuurscultuur, zoals zijn voorstellen voor een nieuw kiesstelsel.

Jetten

Hoe zit het dan met de nieuwe leider van die andere, meer progressieve middenpartij; Rob Jetten van D66? Jetten was slechts zeventien jaar toen hij in het Brabantse Uden opstond en indruk maakte in de gemeenteraadsvergadering. ‘Hij is verbolgen over de manier waarop zijn dorp wordt afgeschilderd. Kort daarvoor staken jongeren een Turkse basisschool in het Brabantse dorp in brand, als reactie op de moord op Theo van Gogh. Maar dat maakt Uden nog geen extreemrechts broeinest, zoals sommige media beweren’, zo schreef Trouw.

Het veranderen van een cultuur vraagt immers om consistent en waardengedreven leiderschap

Voor de genuanceerde Jetten is politiek leiderschap een roeping en nadrukkelijk geen calculerende carrièrekeuze. Jetten maakt zich oprecht zorgen over de klimaatcrisis en als (demissionair) minister voor Klimaat en Energie zet hij zijn woorden om in daden. Maar meer algemeen gesproken wil de relatief jonge Jetten bijdragen aan een nieuwe politieke cultuur. ‘Het is nodig dat een nieuwe politieke generatie aan het roer komt, die wat minder dat verleden met zich meesleept en open en onbevangen probeert de zaken op te lossen’, zei de D66-leider in het Algemeen Dagblad. Jetten roept collega-politici op tot samenwerking en verbinding om de handen ineen te slaan, om zo de grote uitdagingen van deze tijd effectief het hoofd te bieden.

Als het gaat om een nieuwe bestuurscultuur is het de vraag of Jetten het aandurft om terug te keren naar het D66 van de jaren ’60. De partij die onder aanvoering van Van Mierlo het politieke bestel wilde ‘opblazen’ met allerlei revolutionaire ideeën. Onder Pechtold is D66 een bestuurspartij geworden en het ‘Nieuwe Leiderschap’ van Kaag kende relatief weinig diepgang. Jetten zal net als Bontenbal met radicale voorstellen moeten komen. Wellicht het benoemen van nieuwe ‘D66-kroonjuwelen’. Juist voor D66 liggen er kansen om op geloofwaardige wijze te verhouding tussen burger en overheid te verbeteren.

Adviezen van Kim Putters

Met Bontenbal, Omtzigt en Jetten krijgen oude en nieuwe middenpartijen een herstart. Nieuwe bezems vegen schoon en dit verse politieke bloed gaat, dat is mijn diepe overtuiging, voor geheel andere verhoudingen zorgen tussen overheid en burgers en tussen parlement en regering. Het veranderen van een cultuur vraagt immers om consistent en waardengedreven leiderschap. Leiders die het goede voorbeeld geven en die oprecht geloven in de mooie woorden die ze prediken. Volgens de oud-voorzitter van het Sociaal Cultureel Planbureau, Kim Putters, begint die nieuwe bestuurscultuur bij een nieuw sociaal contract tussen overheid en burgers. Hij stelde in zijn Van Slingelandtlezing uit 2021 drie concrete stappen voor. Ik citeer:

  1. Neem het leven van mensen als uitgangspunt, en dat loopt niet langs beleidskokers.
  2. Durf opgavegericht te werken en bestaande overheidslagen, ingerichte systemen en beleidskokers los te laten als startpunt van redeneren. Durf verantwoordelijkheid te delen met bedrijven en burgers. (…) De staat hoeft en kan niet alles oppakken, maar wat ze doet moet gebeuren volgens de regels van de democratische rechtsorde en codes van goed bestuur.
  3. Daarbij is het gebruik en het benutten van de beschikbare kennis een onmisbare schakel. (…) Dat vergt ambtelijk vakmanschap en stevigere positionering van kennis en onafhankelijk advies, en van instanties zoals de Ombudsman, als onderdeel van het sociaal contract.

Hij vervolgt: ‘Een nieuwe bestuurlijke cultuur (…) is niet zomaar een beetje beter samenwerken en het imago van de politiek verbeteren. Het gaat om een sociaal contract waarbinnen beleid problemen van en met burgers oplost. Dan bepalen mensen vervolgens zelf wel of ze de overheid weer willen vertrouwen. Dát is de nieuwe bestuurscultuur.’

Ongeacht de uitkomst van de Kamerverkiezingen van 22 november verwacht ik dat een nieuw regeerakkoord veel aandacht geeft voor een ‘nieuwe bestuurscultuur’. Onder aanvoering van de genoemde drie nieuwe leiders van middenpartijen – CDA, NSC en D66 – staat ons land aan de vooravond van vernieuwing van het bestaande ‘sociale contract’ tussen burgers en overheid. Ik hoop dat andere leiders hun voorbeeld volgen en bijdragen aan een Nederlandse en (effectievere) versie van ‘glasnost’ (openheid) en ‘perestrojka’ (hervormingen) van de vaderlandse politiek.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -